Ambassadeurs van de EU-landen hebben een compromistekst voorbereid voor de aanscherping van luchtverontreiniging door de veehouderij. Dat moet de weg vrij maken voor een akkoord tussen de Milieuministers en de Landbouwministers.
Meer inperking van luchtverontreiniging staat deze week op de agenda van de EU-Milieuministers. Hun AGRI-Landbouwcollega’s dringen aan op versoepeling en hebben er nog niet mee ingestemd.
De Europese Commissie wil de regeling voor industriële emissies (RIE) ook toepassen op grote veehouderijen. Aanvankelijk beweerde de Commissie dat het alleen om de heel grote bedrijven in de rund-, varkens- en pluimveehouderij ging. Nadien is gebleken dat Brussel uitging van verouderde cijfers waardoor er toch meer bedrijven ermee te maken zouden gaan krijgen.
Het nu door diplomaten voorbereide compromis is tweeledig: het stelt voor de RIE-regels alleen toe te passen in de intensieve veehouderij en daarmee de extensieve bedrijven erbuiten te laten. Dat is in lijn met wat Landbouwcommissaris Janus Wojciechowski vindt: dat vooral gekeken moet worden naar de manier waarop een (klein) agrarisch bedrijf werkt. Kleine veehouderijen zouden niet onder de regels voor grote ‘industriële’ agrarische bedrijven moeten vallen.
Daarnaast wordt nu een veel meer gefaseerde invoering voorgesteld van het minimumaantal dieren dat gaat gelden voor de nieuwe criteria. De compromistekst stelt voor om de uitrol van de IED te spreiden op basis van de grootte van de veehouderij.
De richtlijn zou pas over vier jaar in werking treden voor veebedrijven met een capaciteit van 600 grootvee-eenheden of meer, binnen vijf jaar voor bedrijven vanaf 400 stuks vee en binnen vijf tot zes jaar voor degenen met een capaciteit vanaf 250 vee-eenheden. Op die manier zouden de meeste bedrijven zich beter kunnen voorbereiden op het feit dat ze maatregelen tegen luchtverontreiniging moeten nemen.
In het compromis wordt erkend dat het houden van varkens, pluimvee en runderen aanzienlijke lucht- en bodemvervuiling veroorzaakt, maar wordt voorgesteld de extensieve bedrijven erbuiten te laten. Die leveren volgens de opstellers “een positieve bijdrage aan het behoud van landschappen, het voorkomen van bosbranden en het beschermen van biologische diversiteit en habitats”.
Extensieve landbouw is voornamelijk afhankelijk van natuurlijk of halfnatuurlijk grasland, specificeert de tekst die deze week is uitgelekt door Euractiv.