In het Europees Parlement is door EU-kopstukken het zestigjarig bestaan van het Europese gemeenschappelijke landbouwbeleid (GLB) gevierd. Parlementsvoorzitter Roberta Metsola, de Franse minister Marc Fesneau, Landbouwcommissaris Janusz Wojciechowski en voorzitter Norbert Lins van de agrarische parlementscommissie voerden daarbij het woord.
De EU-functionarissen huldigden de bereikte resultaten van ‘zestig jaar samen optrekken’, als het gaat om de productie van voldoende gezond voedsel, niet alleen voor de Europese bevolking, maar ook voor de rest van de wereld. Parlementsvoorzitter Metsola zei dat de landbouw in de afgelopen zestig jaar ‘monumentale stappen’ heeft gezet.
Maar ze wees er ook op dat de landbouw voor grote uitdagingen staat: amper tien procent van de agrariërs is jonger dan 40 jaar. De bedrijfstak heeft vernieuwing, modernisering en verjonging nodig, zo merkte ze op.
De Franse minister Fesneau wees erop dat Landbouw niet alleen het eerste Europese gemeenschappelijke beleidsterrein was, maar sindsdien ook is uitgegroeid tot het meest succesvolle. Daar waar eerst vooral de doelstelling was om de eigen hongerende bevolking na de oorlogsjaren te voeden, is de sector daarna uitgegroeid tot een wereldwijde voedselleverancier.
EU-Commissaris Wojciechowski wees erop dat er ondanks de progressie in het Europese landbouwbeleid er nog steeds grote verschillen zijn tussen landbouwbedrijven in het westen van Europa en in de vroegere Oost-Europese Warschaupakt-landen. Die worstelen op veel onderdelen in hun voedselindustrie nog steeds met erfenissen van tientallen jaren collectivisme en kolchoze-gebruiken.
De van oorsprong Poolse Commissaris waarschuwde tegen al te grote industrialisatie en schaalvergroting van de landbouw. De Pool is voorstander van wat hij noemt ‘een landbouw met een sociaal geweten’: dieren beter behandelen, plattelandsgebieden verjongen en het tij keren dat kleine familieboerderijen worden opgeslokt tot grotere.
“Mijn visie is dat landbouw geen industrie is, landbouwgrond geen fabriek en dieren geen machines”, zei Wojciechowski.
Wojciechowski juichte ook toe dat het landbouwbeleid de laatste jaren is uitgebreid met ‘plattelandsbeleid’, waarbij er ook Europese financiële steun is voor het opkrikken en moderniseren van dunbevolkte en minder-ontwikkelde rurale gebieden.