Het Europees Parlement stemt deze week over de vraag of kweekvlees of plantaardige etenswaren wel ‘vlees’ of ‘burger’ of ‘steak’ mogen heten. Sommige parlementsleden willen dat alleen producten die écht vlees bevatten zo genoemd mogen worden. Het is lang niet zeker dat het ooit tot zo’n Europees verbod komt.
Europese landbouworganisaties en de vleesindustrie voeren al enkele jaren campagne tegen de veggieburgers, soja-steaks en dergelijke. Ze vinden dat consumenten in verwarring worden gebracht door deze benamingen.
Een voorstel om deze benamingen alleen toe te laten voor echte vleesproducten werd in 2019 al goedgekeurd door de landbouwcommissie van het Europees Parlement. Nu moet het voltallige parlement erover stemmen, maar daar zijn die agrarisch-georiënteerden in de minderheid.
Als het aan de Partij voor de Dieren ligt, blijven ‘veggieburgers’ en ‘vegaschnitzels’ gewoon op het menu staan. Europarlementariër Anja Hazekamp (PvdD) en GroenLinksers hebben tegenvoorstellen ingediend om het dreigende Europese verbod op veggieburgers van tafel te krijgen.
De voorstellen van voor- en tegenstanders zitten verpakt tussen de bijna tweeduizend voorstellen waarover deze week – vanaf thuis, over afstand, telefónisch – wordt vergaderd en gestemd. Er wordt al rekening mee gehouden dat er tot vrijdagavond-laat moet worden dóórgestemd.
Hazekamp wijst erop dat vleesvervangers milieu- en diervriendelijker zijn dan hun vlezige tegenhangers. “Brussel zou het juist aantrekkelijker moeten maken voor consumenten om te kiezen voor duurzame vleesalternatieven, in plaats van dit soort absurde barrières op te werpen. Eerst met veel bombarie klimaatplannen en een Green Deal aankondigen en vervolgens een verbod op vegaburgers instellen is behoorlijk inconsequent, als je bedenkt dat de vee-industrie meer broeikasgassen uitstoot dan alle auto’s in Europa samen”, zo zeggen tegenstanders van een namenverbod.