De Europese agrarische koepelorganisaties Copa en Cogeca vinden dat de Milieucommissie van het Europees Parlement onvoldoende rekening houdt met de Europese landbouw en voedselproductie.
Afgelopen week besloot de ENVI-commissie in Brussel dat in het EU-Klimaatbeleid de terugdringing van lucht- en bodemvervuiling over tien jaar vérder moet zijn teruggedrongen: niet tot zo’n 50 tot 55 procent, maar 60 procent. Naar verwachting wordt dat deze week door EU-Commissaris Frans Timmermans officieel bekendgemaakt.
Na de stemming vorige week in de Milieucommissie over de milieuklimaatwet onderstrepen Copa en Cogeca in een gezamenlijke verklaring het belang van broeikasgasreductie op een dusdanige manier, dat die de voedselproductie niet bedreigt.
De koepels van landbouwers en boseigenaren vinden dat, zelfs als de ENVI-commissie enige verbeteringen aanbracht, het Klimaatbeleid nog steeds niet voldoende ingaat op de rol van de landbouw en de gevolgen die dat zou kunnen hebben in de Europese plattelandsgebieden.
Bovendien wijzen Copa-Cogeca op de meningsverschillen tussen de politieke fracties in de Milieucommissie, die waarschijnlijk ook gelden in het voltallige Europarlement. De afgelopen maanden is in de Europese politieke arena al gebleken dat de meeste besluiten over Green Deal, Klimaatbeleid, biodiversiteit en voedselveiligheid nu worden voorbereid door de Milieucommissie, en dat niet langer de AGRI-landbouwcommissie hierin leidend is.
Het strategische belang van voedselproductie en voedselzekerheid moet volgens de agrarische koepels meer specifiek worden belicht, zeker als klimaatadaptatie en broeikasgasreductie een bedreiging kunnen gaan vormen. De Europese agrocoöperaties zouden graag zien dat hun sleutelrol beter wordt erkend.
Daarbij onderstreepte Pekka Pesonen, de secretaris-generaal van Copa en Cogeca: “Sinds 1990 heeft de landbouwsector een van de belangrijkste verminderingen van de netto uitstoot van broeikasgassen bereikt met een daling van 20 procent. De inspanningen van de Europese landbouwgemeenschap om zich aan te passen aan constant veranderende klimatologische omstandigheden en tegelijkertijd voedselzekerheid en ecosysteemdiensten te waarborgen, hebben duurzame financiering nodig, parallel met constante innovatie van productie methoden. “
Met die laatste verwijzing verwees hij naar de nog steeds bestaande kritiek op de hoogte van de GLB-landbouwbegroting voor de komende jaren. Komende week moet in Brussel duidelijk worden of het Europees Parlement instemt met de meerjarenbegroting zoals die is vastgesteld in het EU-topoverleg in juli tussen de regeringsleiders en de Europese Commissie. Het Europarlement vindt dat er op die begroting te veel is bezuinigd, en wil er 110 miljard euro extra bij, voor toekomstgerichte innovatie.
Bovendien is het Europarlement er helemaal niet tevreden over dat de staatshoofden nog steeds niet hebben vástgelegd dat de Europese Unie voor het aantrekken van níeuwe inkomsten éigen belastingen mag gaan heffen. Om in de toekomst de honderden miljarden van het economische corona-herstelfonds terug te kunnen betalen, moet er hoe dan ook extra geld op tafel komen.
Het Europarlement zou graag zien dat de EU voortaan aan z’n eigen inkomsten mag werken, en niet langer geheel afhankelijk hoeft te zijn van de ‘financiële bereidwilligheid’ van de EU-landen.