De Nederlandse coalitieregering wordt geconfronteerd met toenemende kritiek van eigen adviseurs en toplieden op de Nederlandse bezwaren tegen de Europese financiering. Zelfs de president van de Nederlandsche Bank, een oud-premier en de invloedrijke voorman van de werkgeversorganisaties vinden dat Den Haag niet zo vrekkig moet zijn, maar juist ruimhartig.
Nederland verzet zich met enkele andere EU-landen tegen de huidige voorstellen van de Europese Commissie die vrijdag op een video-top worden besproken. Vooral het verstrekken van giften uit het corona-herstelfonds ligt gevoelig. Samen met Denemarken, Zweden en Oostenrijk heeft Nederland eerder ook al een eigen voorstel op tafel gelegd. Deze ‘zuinige vier’ willen onder meer dat het herstelfonds alleen leningen gaat geven en geen giften.
Het zijn juist die financiële instanties, werkgevers, adviseurs, parlementaire oppositie en banken die het kabinet altijd adviseerden terughoudend en voorzichtig te zijn met subsidies en betalingen aan die Europese moloch in Brussel, die er nú bij premier Mark Rutte en minister Wobke Hoekstra op aandringen over hun eigen schaduw heen te stappen. Nederland dreigt met het huidige verzet niet alleen de eigen geloofwaardigheid te grabbel te gooien, maar ook de Europese samenwerking en integratie terug te draaien in plaats van vooruit te helpen.
Dat was niet alleen het pleidooi van werkgeversvoorzitter Hans de Boer en Centrale Bank-president klaas Knot, maar ook van oud-premier Jan-Peter Balkenende. Het is voor Nederlandse begrippen hoogst uitzonderlijk dat een oud-premier of een oud-minister zich uitlaat over het beleid van zijn/haar opvolgers. Het brengt de Nederlandse kritiek op de Brusselse mega-plannen steeds meer aan het wankelen.
Bovendien lijkt dat Nederlandse ‘njet’ steeds meer redenering en verpakking te worden, in plaats van feitelijk en inhoudelijk. Achter de EU-schermen is de afgelopen weken aan veel van de eerdere bezwaren van de ‘vrekkige vier’ tegemoet gekomen. Eigenlijk gaat het alleen nog maar om het feit dat de EU-landen straks hun jaarlijkse afdracht zullen moeten verhogen. Maar daar staat tegenover dat ze er ook meer EU-taken voor terugkrijgen.
Het door de Europese Commissie voorgestelde plan voor het corona-herstelfonds van 750 miljard euro verdient zichzelf op termijn terug, zegt ook een van de hoogste en invloedrijkste topambtenaren in Brussel. Volgens de hoogste begrotingsambtenaar, de Nederlander Gert-Jan Koopman, maakt de komende jaren economische groei de kosten uiteindelijk weer goed. In eerste instantie zullen vooral de zuidelijke EU-landen daarvan profiteren, erkende hij. Maar ook Nederland zou er op den duur baat bij hebben als het in Europa als geheel weer beter gaat. “Iedereen heeft er voordeel bij”, aldus Koopman, die tevens aanvoerde dat het plan helpt om de Europese Unie bij elkaar te houden.
President Klaas Knot van De Nederlandsche Bank (DNB) denkt dat het commissieplan een goed startpunt is voor de onderhandelingen. Maar de precieze invulling ervan is volgens hem een politieke afweging. Oud-premier Jan Peter Balkenende zou graag zien dat de discussie zich wat minder op tegenstellingen tussen “wij” en “zij” richt.
Ook Nederlandse Europarlementariërs van verschillende partijen zijn het in grote lijnen eens met het nieuwe EU-budget, en tonen geen begrip voor de afwijzing van Rutte en Hoekstra. CDA-delegatieleider Esther de Lange verwelkomt de voorstellen. Ze vindt dat het te lang heeft geduurd. Ze waarschuwde wel voor het gezamenlijk aangaan van schulden.
D66 verwelkomt de “Europese reddingsboei” en roept de nationale regeringen op snel erover te beslissen. Europarlementariër Sophie in ’t Veld: “Premier Rutte en minister Hoekstra moeten nu echt gaan beseffen dat het Europees belang ook het Nederlands belang is. Investeren in Europa is investeren in onszelf.” De steun moet volgens D66 wel voorwaardelijk zijn aan respect voor democratie en rechtsstaat.
Volgens Derk Jan Eppink (Forum voor Democratie) noemt het corona-hulpfonds een “politieke staatsgreep” door de Europese Commissie.
Paul Tang (PvdA) noemt de voorstellen “zeer redelijk” en haalde uit naar de vier “zuinige landen” Nederland, Oostenrijk, Denemarken en Zweden. “Vanuit je versterkte kasteel toekijken naar een wereld die in brand staat is geen oplossing voor een wereldwijde crisis. Nu is het tijd om samen op te trekken en de rekening eerlijk te verdelen.”