Nederland ontvangt dit jaar en volgend jaar in totaal ruim 52 miljoen euro uit het grote Europese corona-herstelfonds voor economische hulp aan de landbouw. Dat schrijft minister Carola Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aan de Tweede Kamer.
Het geld komt voor de agrarische sector beschikbaar via twee al bestaande landelijke subsidieregelingen: de Investeringsregeling Groen-economisch herstel en de Samenwerkingsregeling Groen-economisch herstel.
Landbouwbedrijven in de hele Europese Unie zijn geraakt door de gevolgen van de corona pandemie. Om hen te ondersteunen heeft de Europese Commissie een deel van het Europees Herstelfonds vrijgemaakt voor de landbouw.
Vanuit dit herstelfonds zal Nederland voor de komende twee jaar € 52,4 miljoen krijgen voor plattelandsontwikkeling en economisch herstel. In 2021 komt er € 15,5 miljoen beschikbaar, in 2022 zal dit € 36,9 miljoen zijn. Deze extra middelen komen beschikbaar via het Plattelandsontwikkelingsprogramma van het GLB (POP3+).
Nederlandse agrarische ondernemers kunnen via twee landelijke regelingen aanspraak kunnen maken op dit geld. Deze regelingen zijn gericht op het stimuleren van precisielandbouw, jonge landbouwers, digitalisering, korte ketens, het aanpakken van droogte en verzilting, gebiedsgerichte pilots en natuur-inclusieve landbouw.
Aan de besteding van het geld heeft de Europese Commissie een aantal voorwaarden verbonden. Zo moet tenminste 55% van de subsidie besteed worden aan economisch herstel en tenminste 37% aan milieu- en klimaatdoelen.
Verder heeft minister Schouten aanvullende afspraken gemaakt met provincies en waterschappen over plattelandssubsidies in de jaren 2021 en 2022 (POP3+). Dit transitieprogramma geldt totdat het nieuwe Europese gemeenschappelijke landbouwbeleid in 2023 ingaat.
In POP3+ komt de focus vooral te liggen op klimaat, biodiversiteit en kringlooplandbouw (inclusief stikstof). Dat betekent dat subsidie voor die onderwerpen eerder dan voorheen in aanmerking komen voor subsidie.
In totaal is er voor het Plattelandsontwikkelingsprogramma in 2021 en 2022 ruim € 545 miljoen beschikbaar, waarvan ruim € 342 miljoen afkomstig vanuit EU-fondsen. De resterende € 202,8 miljoen is afkomstig van provincies, waterschappen en het Rijk.