De Britse aardappelindustrie voert besprekingen met de Europese Unie over versoepeling van de pootaardappel-maatregel, maar is daarover weinig hoopvol.
Omdat in Groot-Brittannië sommige rassen worden geteeld met behulp van technieken die in de EU niet zijn toegestaan, mogen die (vooral: Schotse) pootaardappelen niet naar de EU-landen worden geëxporteerd.
Omdat de in de EU gebruikte teeltmethoden wel in Groot-Brittannië zijn toegestaan, mag EU-pootgoed wel naar Engeland worden geëxporteerd. De Britse aardappelindustrie vindt dat oneerlijk, en wil een gelijke behandeling.
De EU heeft al laten weten geen permanente wijziging van het pootgoed-verbod te overwegen. Dit op grond van het feit dat de regelgeving in het VK niet op één lijn zit met de EU-regels. De onderhandelingen over de derde-landen equivalentie blijven weliswaar open maar naar verwachting zal er tot later dit jaar weinig veranderen.
Het Verenigd Koninkrijk exporteerde tt vorig jaar in de wintermaanden 30.000 ton pootaardappelen naar het Europese vasteland, waarvan zo’n 20.000 ton (ter waarde van €15 mln) afkomstig uit Schotland.
Robert Doig, directeur van het pootaardappelteeltbedrijf Calendonia Potatoes, zei dat nieuwe rassen in ontwikkeling zijn, die bestemd waren om naar de EU te worden verzonden maar die nu niet meer kunnen worden geëxporteerd. Dit is een groot probleem voor Britse veredelaars aangezien er forse investeringen gemoeid zijn met deze nieuwe rassen.
“Onze registratiekosten zijn al verdubbeld en we kunnen het ons niet veroorloven om ook de kosten van proeven en ontwikkeling te verdubbelen. Totdat we zekerheid krijgen dat we in de toekomst naar de EU mogen exporteren is het gewoonweg niet reëel om extra te investeren in rassen voor de EU-markt.”