Meer dan de helft van de Duitse varkensfokkers heeft grote belangstelling om in ruil voor een passende financiële vergoeding uit de varkensproductie te stappen. Naast subsidies voor het modernisering en ombouwen van stallen, zou betaalde volledige stopzetting (‘exitbonus’) ook een alternatief kunnen zijn.
Uit een onderzoek van het Instituut voor Landbouweconomie aan de Universiteit van Kiel blijkt dat Duitse boeren erg geïnteresseerd zijn in een uitkoopregeling. Zestig procent van de ondervraagde Duitse varkenshouders kan zich een betaald vertrek uit de varkenshouderij voorstellen. In Nederland is zo’n uitstap-bonus (‘warme sanering’) al een realiteit. De Universiteit van Kiel heeft onder bijna 500 Duitse varkenshouders onderzocht hoe zo’n Nederlands programma wordt beoordeeld.
In agrarische kringen wordt met angst en beven en enige argwaan uitgekeken naar half februari, als de zogeheten Borchert-Commissie met langverwachte voorstellen komt voor modernisering van de Duitse landbouw en veeteelt. De strekking van de meeste voorstellen van de oud-landbouwminister zijn al bekend: minder vervuiling, meer bio, minder mest en chemische hulpmiddelen, en een meer diervriendelijke boerenstand.
Voor de Duitse vleesindustrie komen daar nog een paar eisen bovenop: een verbod op kooien, verplichte uitloopgebieden, mest- en afvalscheiding, verbod op onverdoofde castratie en slachting. Uit eerste berekeningen blijkt dat de Duitse varkensindustrie voor vele miljoenen vervroegd moet afschrijven, en voor miljarden moet nieuwbouwen.
Bovendien ligt de grote Duitse vleesindustrie sinds de corona-uitbraak vorig jaar onder een vergrootglas doordat de grote Duitse slachterij-bazen te weinig deden aan de corona-besmettingen onder hun inhuurpersoneel. Ook kwamen de arbeidsomstandigheden in de vleesverwerkende industrie opnieuw in opspraak, en kwamen er nieuwe, strengere arbeidswetten.
Landbouwminister Julia Klöckner komt binnenkort met berekeningen om aan te tonen dat het allemaal niet zo snel en niet allemaal ineens kan. Wel heeft ze een subsidiepot van één miljard euro achter de hand, maar die gaat waarschijnlijk vooral naar de zuivel- en de pluimvee-industrie.
Voor een derde van de Duitse varkenshouders zou het belangrijk zijn om niet helemaal uit de bedrijfstak te stappen, maar op een ándere manier in de varkenshouderij actief te blijven, onder trefwoorden als meer dierenwelzijn, minder dierenverblijven. Een derde van de ondervraagden kan zich voorstellen helemaal te stoppen en de oude stallen volledig te verkopen en een bouwverbod te accepteren. Het laatste derde deel wijst elke financieringsprogramma voor ‘warme renovatie’ volledig af.
Voor de deelnemende boeren was de hoogte van de compensatie de belangrijkste factor in hun beslissing. Als er meer geld wordt aangeboden, tonen meer Duitse varkensboeren bereidheid om eruit te komen. De belangrijkste reden waarom Duitse varkenshouders zich zelfs een betaalde exit konden voorstellen, zijn de strengere wetten op het gebied van dierenwelzijn en milieubescherming.