Voor het eerst sinds jaren hebben varkenshouders in de Verenigde Staten hun veestapels verkleind. Als gevolg van de wisselende slachtcapaciteit in de Amerikaanse slachthuizen, houden de varkensfokkers er minder mestvarkens en biggen op na.
Volgens het Amerikaanse ministerie van landbouw (USDA) werden in december in totaal 77,5 miljoen varkens in de VS gehouden. Er waren 726.000 eenheden, of 0,9 procent minder dan twaalf maanden daarvoor.
Met uitzondering van de zwaardere vleesvarkens van meer dan 81 kg, die een toename van 1,2% in veestapels lieten zien, werden dalingen opgetekend in alle andere categorieën.
Ten opzichte van 2019 is het aantal opfokbiggen met 1,4% afgenomen. tot 21,74 miljoen. Bij biggen tot 54 kg was er een afname van 1,8%. tot 20,26 miljoen. Dit zou de komende maanden moeten leiden tot minder mestvarkens. In de loop van het jaar verminderden Amerikaanse varkenshouders het aantal zeugen dat ze fokken met 195.000 of 3,0 procent tot bijna 6,28 miljoen.
Voor het eerst sinds lange tijd is er ook geen toename van het aantal biggen. Dat er iets verandert op de Amerikaanse varkensvleesmarkt blijkt de laatste tijd ook uit de veel kleinere voorraden in koelcellen. Eind november 2020 lag er 187.847 ton varkensvlees opgeslagen, ofwel 28 procent minder dan een jaar eerder.