Meer dan 850 mogelijk met blauwtong besmette koeien die zich al twee maanden aan boord van een schip op de Middellandse Zee bevinden, worden afgemaakt.
Het veetransportschip Karim Allah vertrok op 18 december uit Spanje naar Turkije, maar werd daar geweigerd. Het krijgt nu toestemming terug te keren. Onderweg zouden 22 koeien zijn gestorven; deze zijn in stukken gehakt en overboord gegooid.
Voor de kust van Cyprus ligt nog een ander groot veetransportschip met bijna tweeduizend runderen aan boord. Ook die zending met Spaanse koeien wordt uit vrees voor blauwtong door andere landen de toegang tot havens geweigerd. Het is onduidelijk hoeveel dieren op dat schip inmiddels zijn overleden door de hitte, de uitputting en stress.
Het Spaanse ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening zegt dat de dieren het land hebben verlaten mét gezondheidscertificaten. Het vee komt uit gebieden die vrij zijn van bluetongue.
Dierenrechtenactivisten in verscheidene landen eisen nu veterinaire inspectie van de zieke dieren aan boord.. De “Karim Allah” met 900 runderen aan boord lag eerder voor de kust van Sardinië. In Cyprus heeft een dierenwelzijnsorganisatie de regering opgeroepen maatregelen te nemen om zieke dieren te redden.
De Luxemburgse Europarlementariër Tilly Metz, die voorzitter is van de enquêtecommissie van het Europees Parlement inzake dierentransporten, zei dat dit “opnieuw een schandaal is in het vervoer van levende dieren met schepen.”
Het grootste probleem is volgens Metz dat er een juridische maas in de wet zit. De tijd die het vee op het schip doorbrengt, wordt beschouwd als “rusttijd” en niet als “transporttijd”. Dit betekent dat er geen limiet is aan het aantal uren dat de dieren op deze schepen mogen zijn: het kan dagen, weken of zelfs maanden duren, zegt Metz.