Inflatie in de eurolanden stijgt in maand juli naar recordhoogte: 8,9%

De inflatie in de eurozone is afgelopen maand versneld en bereikte opnieuw een recordhoogte. Ten opzichte van juni vorig jaar stegen de consumentenprijzen met 8,9 procent, zo blijkt uit een nieuw overzicht van Eurostat. Dit is het hoogste percentage sinds de invoering van de euro in 1999. 

In de voorgaande maand mei waren de consumentenprijzen met 8,6 procent gestegen, en experts hadden een versnelling tot 8,7 procent verwacht. De inflatie werd opnieuw aangejaagd door de energieprijzen, die met 39,7 procent stegen ten opzichte van vorig jaar. De prijzen van eten en drinken stegen van 8,9 naar 9,8 procent. 

De drie Oostzeelanden hadden met meer dan 20 procent opnieuw de hoogste inflatie van de eurolanden. In Duitsland bedroeg de inflatie 8,5 procent, en in Belgie bereikte de inflatie in juli 10,4%, ofwel 0,1% minder dan in juni. 

Een week geleden verhoogde de Europese Centrale Bank (ECB) voor het eerst in elf jaar haar belangrijkste rentetarieven. In vergelijking met andere centrale banken reageert de ECB laat, hoewel haar inflatiedoelstelling van twee procent al geruime tijd duidelijk wordt overschreden. 

Tegelijkertijd is de economische groei binnen de hele eurozone met 0,7 procent hoger dan verwacht, tegen een verwachte 0,2 procent. Zuid-Europa verraste positief, terwijl Duitsland in het tweede kwartaal een nulgroei rapporteerde.