ENVI en AGRI opnieuw bijeen over gevolgen van boer-tot-bordstrategie

De Landbouwcommissie (AGRI) en de Milieucommissie (ENVI) van het Europees Parlement houden dinsdag in Brussel gezamenlijk een hoorzitting over mogelijke gevolgen van de nieuwe van-boer-tot-bordstrategie van de Europese Commissie.

Veel aandacht zal daarbij uitgaan naar de gevolgen voor de voedselproductie door Europese agrariërs, en de mogelijke gevolgen voor hun inkomens. Op de hoorzitting worden twee studies gepresenteerd, eentje  door de Jayson Beckman van het Amerikaanse ministerie van Landbouw en een ander door onderzoeker Roel Jongeneel van de Wageningen University & Research.

Dit zal worden gevolgd door presentaties van studies van de veerkracht van voedselsystemen door Nora Hiller van het Instituut voor Europees Milieubeleid en van agro-ecologie door de Pierre – Marie Aubert van het Institut du Développement Durable et des Relations Internationales.

In de aanloop naar die nieuwe strategie hadden veel Europarlementariërs kritiek op het ontbreken van een effectbeoordeling van die plannen, iets waarop ze maandenlang hadden aangedrongen. Op het allerlaatste moment kwam een ‘technisch verslag’ van eigen EU-onderzoekers (JRC) op tafel. Daarin werd onder neer betoogd dat een afdoende en volledige effectbeoordeling niet mogelijk was. Niet alle toekomstige veranderingen zijn nu al uit te rekenen, zo werd beweerd.

In van-boer-tot-bord wordt voorgesteld om de biologische landbouw binnen enkele jaren fors uit te breiden tot zo’n 25 procent, ook om brede stroken langs sloten en wateren niet langer te gebruiken, en moet het gebruik van chemicaliën in de landbouw fors worden verminderd. Maar in de meeste rekenmodellen valt niet nu al te becijferen of het publiek straks meer biologische voedselproducten zal kopen, of bereid zal zijn duurder voedsel te kopen dat wel volgens strengere regels is geproduceerd.

Volgens de recent gepubliceerde WUR-studie is het ‘waarschijnlijk’ dat inkomens en omzetten van agrarische ondernemers 10 tot 20 procent kunnen dalen, en productiehoeveelheden zelfs met 30 procent, als er volgens die nieuwe criteria moet worden geproduceerd.

Daarbij gaan de WUR-onderzoekers er ook van uit dat de export navenant zal verminderen en dat Europeanen navenant goedkopere importproducten zullen kopen. De mogelijk gevolgen voor meer biodiversiteit, meer voedselveiligheid en meer gezondheid zijn in dat onderzoek niet becijferd en meegerekend.

Mogelijke compensatie door (o.a. door Frankrijk voorgestelde) nieuwe importbeperkingen in handelsverdragen van buitenlandse vervangers of van toekomstige verschuivingen in het koopgedrag vallen daardoor nu ook nog niet te becijferen.

De debatten in de commissievergadering in twee verschillende panels worden afgesloten met een verklaring van vertegenwoordigers van de Europese Commissie, van het directoraat-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling en het directoraat-generaal Gezondheid en Voedselveiligheid.

In oktober heeft het Europees Parlement zijn standpunt bepaald over de strategie om de voedselsystemen van de EU te hervormen. EP-leden benadrukten toen zowel het belang van het produceren van duurzaam en gezond voedsel als ook de noodzaak van voedselzekerheid en een eerlijk inkomen voor boeren.