EU-milieucommissie zwakt verbod op pesticiden en glyfosaat af

De milieucommissie van het Europees Parlement heeft met ruime meerderheid ingestemd met afzwakking van plannen voor minder chemicaliëngebruik in de land- en tuinbouw. Ook verzet de envi-milieucommissie zich niet langer tegen gebruik van glyfosaat, waar het Europarlement in 2017 nog tégen was. 

Op voorstel van de Nederlandse Europarlementariër Jan Huitema (VVD/Renew) wordt nu vastgelegd dat Brussel er eerst voor moet zorgen dat er voldoende natuurvriendelijke kunstmestvervangers beschikbaar zijn, voordat er sprake kan zijn van een opgelegde beperking. 

Ook moet er een verschil komen tussen ‘echt schadelijke’ pesticiden en ‘ongevaarlijke’ soorten. Huitema was een van de zeven opstellers van de compromissen over de SUR-pesticidenwet. 

Bovendien wordt nu een ‘handrem’ in de wet ingebouwd. Als er in 2029 onvoldoende vervangers beschikbaar zijn, kan door de nieuwe Europese Commissie het reductiedoel alsnog worden verlaagd. 

Hoewel linkse fracties en milieuorganisaties intensief campagne hebben gevoerd tegen verlengde toelating van glyfosaat, was er in de milieucommissie geen meerderheid om de voorgestelde tienjarige verlenging af te wijzen. Hoewel het Europees Parlement formeel niets te zeggen heeft over hernieuwde toelating, wordt hun afwijzing toch gezien als een handreiking naar de 27 Milieuministers die er in meerderheid vóór zijn. 

Het opent ook de mogelijkheid voor een laatste compromis van de Europese Commissie waar momenteel achter de schermen aan wordt gewerkt. Volgende maand zou Frankrijk binnen de EU een doorslaggevende stem over beperkt gebruik van glyfosaat kunnen uitbrengen.

Die compromissen van de milieucommissie zijn ook een poging om alsnog op één lijn te komen met hun collega-politici van de agri-landbouwcommissie. Eind november moet het voltallige parlement over de kunstmestwetten stemmen. Het is onduidelijk of Straatsburg en Brussel het nog samen eens kunnen worden. 

Een tiental Oost-Europese landen probeert het SUR-voorstel al vanaf den beginne geheel tegen te houden. Elf EU-landen willen dat de verplichte taakstelling per land komt te vervallen. De envi-compromissen schuiven ook die kant op. 

Soortgelijke situaties doen zich ook voor over andere nog resterende Green Deal-voorstellen. Zo moeten ministers en EU-politici het ook nog eens worden over de (uiteindelijke) afhandeling van de natuurherstelwet, de EU-bodemrichtlijn (‘schone grond-boekhouding’), plastic (groenten-)verpakkingen en de Afvalrichtlijn (minder voedselverspilling, ook in de landbouw).