Grote bedrijven in de EU-landen moeten straks meer rekening houden met de gevolgen van al hun bedrijfsactiviteiten op de mensenrechten en het milieu. Voortaan zijn ondernemingen via ketenaansprakelijkheid ook mede-verantwoordelijk voor het doen en laten van zowel hun leveranciers als hun afnemers.
Om die mede-aansprakelijkheid vorm te geven, heeft het Europees Parlement de nieuwe richtlijn ‘passende zorgvuldigheid’ opgesteld. Op zijn minst moeten bedrijven de gevolgen voor mensenrechten en milieu zo veel mogelijk beperken of een halt toeroepen. Qua mensenrechten gaat het onder andere over slavernij, kinderarbeid en arbeidsuitbuiting. Wat het milieu betreft gaat het onder meer over vervuiling, verloren biodiversiteit en het behoud van natuurerfgoed.
De nieuwe regels gaan gelden voor bedrijven en moederconcerns binnen en buiten de EU met meer dan duizend werknemers en een wereldwijde omzet van meer dan 450 miljoen euro. De firma’s moeten zorgvuldiger beleid ontwikkelen en passende investeringen doen.
Daarnaast moeten de bedrijven een overgangsplan opstellen om hun zakelijke model aan te passen aan het klimaatakkoord van Parijs, waarin staat dat de Aarde maximaal twee graden mag opwarmen. Uitgegaan wordt van circa 1,5 graad aan opwarming.
Bedrijven die de regels overtreden kunnen straffen tegemoet zien, zoals publieke bekendheid (‘naming and shaming’) en boetes van maximaal vijf procent op de wereldwijde omzet. De Europese Commissie zal een EU-netwerk van toezichthoudende autoriteiten opzetten om onder meer samenwerking te ondersteunen.
De Nederlandse Europarlementariër Lara Wolters (PvdA) was mede-opsteller van het voorstel. De nieuwe wet is een zwaarbevochten compromis en het resultaat van jarenlange, moeilijke onderhandelingen, aldus Wolters. Zij is trots op de aangenomen richtlijnen, die volgens haar ‘een mijlpaal voor verantwoord ondernemerschap vormen en een aanzienlijke stap in de goede richting zijn om een einde te maken aan de uitbuiting van mensen en de planeet door cowboybedrijven’.