Het Europees Parlement vindt dat de EU-regeringen nu eindelijk eens de dwarsliggers Polen en Hongarije hard moeten aanpakken. Het Europarlement en ook de (vorige) Europese Commissie hebben ruim twee jaar geleden al de zware strafmaatregel ‘artikel 7’ tegen Warschau en Boedapest ingesteld, maar de EU-regeringen houden dat nog steeds tegen.
De EU-landen moeten de anti-Europese regeringen van de Poolse PiS-partij en de Hongaarse Fidesz veel meer het vuur aan de schenen leggen vanwege hun uitholling van de rechtsstaat en democratie, zo wordt betoogd. Een grote meerderheid van het Europees Parlement (476 tegen 178) schaarde zich donderdag achter een dergelijke oproep.
De (nieuwe) Europese Commissie Von der Leyen wordt gemaand alle beschikbare instrumenten in te zetten om de twee EU-landen in het gareel te krijgen. De commissie lanceerde eind 2017 een zware procedure tegen Polen. Deze zwaarste artikel-7 procedure in het EU-verdrag kan leiden tot schorsing van stemrecht in EU-ministersvergaderingen. Het EU-parlement activeerde een jaar later dezelfde procedure tegen de Hongaarse regering van premier Viktor Orbán.
De EU-landen hebben in een reeks hoorzittingen wel ministers van beide landen aan de tand gevoeld, maar geen verdere stappen gezet. Tot ongenoegen van veel Europarlementariërs die zeggen dat de situatie is verslechterd en artikel 7 kennelijk niet werkt. Volgens hen staat de geloofwaardigheid van de EU op het spel.
Ook de Europese Volkspartij (EVP), waar Orbáns partij Fidesz (weliswaar geschorst) lid van is, steunde de oproep. Een voorstel voor een jaarlijkse beoordeling van de staat van de rechtsstaat in EU-landen, ook een wens van het parlement, werd in november in een ministersvergadreing geblokkeerd door Hongarije en Polen. Minister Stef Blok (Buitenlandse Zaken) betreurde dat.
Juist deze week stelde de gezaghebbende Venetië-commissie van de Raad van Europa vast dat een justitiële hervormingen in de Poolse rechtspraak de Poolse rechters muilkorft en hun onafhankelijkheid verder ondermijnt. Zij kunnen in een nieuwe wet door een tuchtkamer worden bestraft voor hun kritiek op de regering.
Daarnaast werd gisteren bekend dat de belangrijkste juridisch adviseur van het Europees Hof van Justitie in Luxemburg een uiterst negatief advies heeft uitgebracht over de anti-buitenlanderswetten in Hongarije. De Hongaarse wet die maatschappelijke organisaties verplicht openheid te geven over hun buitenlandse financiering is in strijd met het Europese recht. De rechters in Luxemburg volgen dergelijke adviezen veelal.
De Europese Commissie had de Hongaarse wet uit 2017 voorgelegd aan het EU-hof. Volledige transparantie over buitenlandse giften kan een “stigmatiserend effect” hebben en is strijdig met vrije verkeer van kapitaal, het recht op privacy en de vrijheid van vereniging, is het oordeel van de advocaat-generaal.
Hongaarse organisaties moeten de namen van buitenlandse donoren openbaar maken als die meer dan ongeveer 1500 euro bijdragen. Voor contributies van Hongaren geldt die verplichting niet. De maatregel van de conservatieve regering van premier Viktor Orbán is volgens sommigen gericht tegen de filantroop George Soros, met wie regeringspartij Fidesz overhoop ligt.