Het Europees Parlement vindt dat de EU-landen eerder en meer voedselverspilling moeten terugdringen en een eind moeten maken aan het weggooien van textiel. In 2030 moet minstens twintig procent minder voedsel worden verspild in de voedselverwerking en dat huishoudens veertig procent minder voedsel gaan verspillen.
De Europarlementariërs stemden voor de nieuwe Kaderrichtlijn Afval met 514 stemmen voor, 20 tegen en 91 onthoudingen. Deze beslissing komt voort uit een groeiende bezorgdheid over de impact van afval op het milieu en de noodzaak om een circulaire economie te bevorderen.
De EU-landen veroorzaken momenteel jaarlijks 60 miljoen ton voedselverspilling (131 kilogram per persoon). Nederland vindt dat er ook afspraken moeten komen over het tegengaan van voedselverlies in de landbouw, maar daar is bij de andere EU-landen nog te weinig steun voor.
Ook komen er regels om textielverspilling tegen te gaan. Dat mag over enkele jaren niet langer geëxporteerd worden naar ontwikkelingslanden, maar moet gebruikt worden als grondstof voor nieuwe productie. Door het verminderen van voedselverspilling en textielafval kunnen waardevolle hulpbronnen worden bespaard en kan de milieudruk worden verminderd.
De Nederlandse Europarlementariër Anja Haga (ChristenUnie) reageerde instemmend: ´Helemaal geen verspilling is natuurlijk het beste. Als je ziet hoeveel voedsel en kleding er verspild wordt dan is het de hoogste tijd dat hier regelgeving voor komt’. Uit een onlangs verschenen rapport bleek dat in de Europese Unie jaarlijks zo´n 3,4 miljard t-shirts worden vernietigd. De reden hiervoor is dat textiel nog te vaak bij het restafval verdwijnt.
De nieuwe regels houden in dat textiel standaard apart ingezameld moet gaan worden en dat producenten de verantwoordelijkheid krijgen voor de recycling. ‘Deze regelgeving is een belangrijke stap naar een circulaire economie. We moeten af van fast fashion en dit is een begin. Helaas zijn er nog geen harde doelen gesteld om textielafval te verminderen. Daar heeft het Europees Parlement echt een kans laten liggen’, aldus Haga.