Het Europees Parlement vindt dat er een importverbod moet komen voor producten die onder dwangarbeid zijn gemaakt. Dat geldt voor alle soorten producten, van kleding en parfums tot voeding en levensmiddelen, die door de douane aan de grens moeten worden tegengehouden.
Ook moet het importverbod gaan gelden voor producten waarvan slechts een klein onderdeel door gevangenen of onder dwangarbeid zijn gemaakt. Daarbij moet wat het Europarlement betreft ook worden gekeken naar uitbuiting van illegale seizoensarbeiders in de land- en tuinbouw.
Zo is er de laatste tijd veel aandacht voor de grootschalige Chinese visserij die bij de verwerking en verpakking gebruik zou maken van dwangarbeid door Oeigoeren in Chinese heropvoedingskampen.
Europarlementariërs in Straatsburg namen dinsdag een ontwerpverslag aan in hun commissies voor de Interne Markt en voor Internationale Handel. Dat rapport mede was opgesteld door de Nederlandse Europarlementariër Samira Rafaela ((D66). Met 66 stemmen vóór, geen enkele tegen en tien onthoudingen werd de tekst in grote lijnen goedgekeurd.
Rafaela noemde dwangarbeid ‘een ernstige schending van de mensenrechten’. Het verbod is volgens haar essentieel bij het blokkeren van producten die met moderne slavernij zijn gemaakt.
De Europarlementariërs willen dat verdachte bedrijven worden onderzocht. Als dwangarbeid wordt bewezen, dan worden alle import en export van de bijbehorende goederen aan de EU-grenzen stopgezet. Ook moeten bedrijven goederen terugtrekken die de EU-markt al hebben bereikt. De firma’s waar het om gaat, komen op een zwarte lijst te staan.
Ook komt er een soort omgekeerde bewijslast. Pas als een bedrijf kan aantonen dat het is gestopt met dwangarbeid, mag het weer de EU-markt op. Het voorstel over het verbieden van producten die met dwangarbeid zijn gemaakt, richt zich specifiek op het zogenoemde producttoezicht.
.