Het Europees Parlement heeft een nieuwe wet goedgekeurd waarmee de ‘kritieke EU-infrastructuur’ beter wordt beschermd tegen terreuraanvallen. Het gaat om de verdediging van onder meer energie, vervoer, drink- en afvalwater, het bankwezen en digitale dienstverlening.
Mochten er incidenten of verstoringen zijn door bijvoorbeeld (potentiële) aanvallers of terroristen, dan moeten dienstverleners hun nationale overheid daarvan op de hoogte brengen. Op hun beurt moeten de autoriteiten dan het publiek informeren over wat er gaande is, zodat het algemeen belang gediend is.
In de nieuwe wet staat ook een definitie over kritieke infrastructuur. Daarnaast voorziet de wet in minimumvoorschriften voor de beoordeling van risico’s en voor de vaststelling van de nationale veerkrachtstrategieën.
Europarlementariër Tom Berendsen (CDA) is blij met de nieuwe wetgeving. ‘We hebben gezien hoe kwetsbaar onze energie- en data-infrastructuur kunnen zijn. Terwijl wij hier op Europees niveau bezig zijn met deze wetgeving, zetten lidstaten de achterdeur naar buitenlandse invloed wagenwijd open.’
Berendsen wijst er op dat zeker 22 Europese havens in zee zijn gegaan met Chinese investeerders. ‘Ze geven belangrijke controlepunten in onze transport-keten in handen van buitenlandse mogendheden. Er is een Europese havenstrategie nodig.’
Ook VVD-Europarlementariër Bart Groothuis wijst de vinger naar China, maar ook naar Rusland en Iran. Die landen zijn erop uit de EU te dwarsbomen, aldus de politicus. ‘We denken misschien dat we in vrede leven met de wereld, maar zij creëren een conflict tegen ons.’
Al sinds 2004 maakt het Europarlement regels en richtlijnen voor het beschermen van de kritieke infrastructuur tegen bijvoorbeeld terroristen. In de laatste versie kwamen alleen de sectoren ‘energie’ en ‘vervoer’ aan bod. In 2018 riep het Europees Parlement op tot een herziening van de richtlijn. Eerder dit jaar nam het Europarlement een richtlijn aan over cyberbeveiliging.