De meeste fracties in het Europees Parlement zien nog steeds niks in de voorstellen van de Europese Commissie om het gebruik van gewasbeschermers in de land- en tuinbouw te verminderen en het dat van chemische middelen zelfs te halveren.
Maar Commissaris Stella Kyriakides (Gezondheid) hield de Landbouwcommissie gisteren voor dat Brussel al verschillende concessies heeft gedaan, en ook op vrijwel alle andere kritiekpunten compromissen wil sluiten. Ze riep de Landbouwcommissie op met oplossingen te komen, in plaats van met bezwaren, bedenkingen en tegenwerpingen.
Fractiewoordvoerder Herbert Dorfmann van de EVP zei dat de twee omstreden natuurherstel-voorstellen gebaseerd zijn op de verkeerde aanname dat de agrarische productie gelijk kan blijven als het gebruik van chemicaliën moet worden gehalveerd. De christendemocraten vinden niet dat het voorstel moet worden aangepast, maar dat het helemaal moet worden ingetrokken.
Zo ver gaan de sociaaldemocraten van de S&D-fractie niet. Volgens agri-woordvoerder Clara Aguilera Garcia is ‘minder chemie in agri’ gewoon nodig, en wil de samenleving dat ook. Zij vindt dat de Commissie het voorstel moet aanpassen, en dat eerst duidelijk moet worden wat de Europese Commissie bedoelt met die ‘kwetsbare gebieden.
Ook vindt S&D dat er eerst ándere (groene, milieuvriendelijke) gewasbeschermers moeten worden ontwikkeld en toegelaten voordat Brussel middelen kan verbieden.
Commissaris Kyriakides maakte duidelijk dat de Commissarissen inmiddels hebben afgezien van een ‘totaalverbod’ in landbouwpercelen, en dat daar voortaan de ‘minst-schadelijke middelen’ gebruikt mogen worden. Ook zei ze dat er bij de taakstelling-per-land gekeken zal worden naar hoeveel die EU-landen het gebruik al hebben teruggedrongen.
Ulrike Müller (Renew-liberalen) zei dat er ‘te veel ideologie in de natuurherstel-voorstellen’ zit, en wees er op dat er inmiddels gewerkt wordt aan ‘alternatieven’, zonder voorbeelden te nemen. Martin Häusling (Groenen) en Anja Hazekamp (Verenigd Links) maakten duidelijk dat zij nog steeds de plannen steunen om het gebruik van chemische middelen in de landbouw terug te dringen.
Hazekamp bracht ook in herinnering dat tegenstanders van milieumaatregelen in de landbouw steeds terugvallen op beweringen over het in-gevaar-komen van de voedselzekerheid.
’Die redeneringen gebruikten ze de afgelopen jaren ook al bij de eurocrisis, bij de Brexit, bij de coronapandemie, bij de oorlog in Oekraïne, en nu bij het natuurherstel’. Niet dát, maar de teloorgang van de biodiversiteit is volgens haar een echte bedreiging voor de agrarische voedselproductie.
Uit de bewoordingen van Kyriakides valt op te maken dat de kwestie van het PPP ( ‘Plant Protection Plan’) mogelijk een struikelblok kan worden voor de LNV-ministers in hun Landbouwraad, in het weekeinde van 11 en 12 december.
Daar hebben al eerder meerdere EU-landen forse bezwaren geuit, maar Kyriakides wees er op dat tot nu toe geen enkel land formeel heeft tegengestemd. Ook bij de landbouwministers draaien veel bezwaren om het ontbreken van een ‘gevolgen-analyse’ die meestal wordt uitgevoerd bij de invoering van nieuwe Europese wetten.
Eerder hebben de commissarissen Frans Timmermans (Klimaat), Virginius Sinkevicius (Milieu) en Janusz Wojciechowski (Landbouw) gezegd dat zulke studies al zijn uitgevoerd en zijn gepubliceerd, maar dat het Europarlement en de ministers er kennelijk niet tevreden over zijn.