Woningen in Europa worden steeds vaker tegen grote bedragen opgekocht door grote beleggers en investeerders. Dat blijkt uit een onderzoek van De Groenen in het Europees Parlement.
Grote investeerders kochten de afgelopen tien jaar in Nederland voor 15 miljard euro aan woningen; in de hele EU bezitten zij nu voor ruim 1.700 miljard euro aan woningen. De opgekochte panden verhuren zij vervolgens met ruime winstmarges waarmee de huizenprijzen worden opgedreven.
GroenLinks-Europarlementariër Kim van Sparrentak stelde eerder namens het Europees Parlement een rapport op over hoe Europa kan zorgen voor meer betaalbare woningen. ”Deze brede studie laat zien hoe grote investeerders omgaan met de schaarse woonruimte.
Huizen worden beleggingsobjecten om grote winsten mee te maken, in plaats van een plek om te wonen. In plaats van dit tegen te gaan, faciliteren de huidige EU-regels juist deze trend. De EU moet erkennen dat het een rol moet spelen bij het waarborgen van betaalbare woonruimte als grondrecht.”
De onderzoekers brachten vastgoedtransacties in verschillende steden in heel Europa in kaart. Daarbij ontdekte ze dat het opkopen van huizen snel toeneemt. Zo bezitten grote beleggers nu drie keer zo veel vastgoed in Europa als tien jaar geleden. “We zien dat de woning- en huurprijzen nu al door het dak gaan, terwijl de studie aantoont dat de echte toename van het opkopen nog gaande is. We hebben duidelijke regels voor investeerders nodig, net als een bewoningsplicht en een huurplafond.”
Volgens De Groenen moet huisvesting worden behandeld als een speciale activa-klasse binnen de (belastingtechnische) sociale taxonomie-plannen van de Europese Commissie.