Europese verkiezingen vooral keuze om nationale kwesties

De nog voorlopige uitslagen van de verkiezingen voor het Europees Parlement laten zien dat de kiezers in de EU-landen vooral nationále keuzes hebben gemaakt. De uitslagen per land zijn zo groot en zo verschillend, dat op Europees niveau hooguit kan worden geconcludeerd dat de EU-kiezers een beetje naar rechts zijn opgeschoven.

Bovendien valt uit een eerste voorlopige zetelverdeling al vast te stellen dat de machtsverhoudingen binnen het Europees Parlement vrijwel ongewijzigd blijft: de drie regerende politieke formaties (christendemocraten, sociaaldemocraten en liberalen) behouden hun meerderheid.

De EPP-christendemocraten boeken zetelwinst, mede omdat het parlement wordt uitgebreid van 705 naar 720 zetels. De S&D-sociaaldemocraten handhaven zich ongeveer op het huidige niveau, maar de liberale Renew-coalitiegenoot lijdt verlies. Ook de Groenen lijden fors verlies. Met de huidige voorlopige uitslag kunnen die drie regerende fracties hun coalitie voortzetten, en is de herbenoeming van Commissievoorzitter Ursula von der Leyen nog steeds mogelijk.

De komende maanden moet duidelijk worden of de regeringsleiders van de 27 EU-landen (in hun zoektocht naar nieuwe EU-commissarissen) deze verkiezingsuitslag laten doorklinken, of dat ze vasthouden aan ‘het midden’. Ook de fractieleiders in het Europees Parlement moeten zulke knopen doorhakken: blijft het een drie-partijencoalitie of zoeken ze politieke steun aan hun rechter- of linkerkant?

De enige onzekere factor is eigenlijk alleen nog de vraag hoe de conservatieve, rechtse, extreemrechtse en nationalistische fracties zich gaan groeperen. Sámen hebben ze enkele tientallen zetels gewonnen. Maar tot nu toe zitten zij verdeeld in drie fracties: de ECR-conservatieven, de ID-rechtsextremisten en de NI-nationalisten. Maar daaronder zitten wel een paar ‘grote jongens’ zoals de Duitse AfD, de Franse RN en het Spaanse VOX.

Er is vijf jaar geleden sprake van geweest dat die partijen sámen in één fractie een invloedrijke groepering zouden vormen, maar dat werd (tot nu toe) verhinderd door de ego’s en nationale strategiën van politieke leiders als de Hongaarse Viktor Orban, de Italiaanse Giorgia Meloni, de Franse Marine le Pen, de Nederlandse PVV’er Geert Wilders en de omstreden maar grote Duitse AfD-leiders.

Ook is van enkele tientallen ‘individuele’ nog niet ingedeelde zetels nog niet bekend bij welke fractie die zich gaan aansluiten. Het gaat dan veelal om eenpersoons-fracties van kleine nationale partijen. Een aantal van hen kan nog terechtkomen bij de liberalen of De Groenen.