Landbouw-politici in EU verdeeld over ‘verplichting’ 25% biologisch

De landbouwcommissie van het Europees Parlement wil Europese boeren de tijd geven om over te schakelen naar meer biologische landbouw. Het vasthouden aan minstens 25% biologische landbouw zal alleen maar leiden tot voedseloverschotten als de vraag naar bio-voedsel niet groeit.

Daarom moet de van-boer-tot-bordstrategie gefaseerd worden ingevoerd, aldus de voorlopige compromis-reactie van de AGRI-commissie op het bio-actieplan van de Europese Commissie.

De Oostenrijkse OVP-Europarlementariër Simone Schmiedtbauer heeft de afgelopen maanden als rapporteur besprekingen gevoerd met alle politieke fracties in de Landbouwcommissie, om een gemeenschappelijk standpunt over de bio-plannen van de EU-commissarissen op te stellen. Haar woensdag gepresenteerde tussenrapport  wordt in elk geval gesteund door de christendemocraten en de conservatieve, liberale en rechtse (I+D) fracties.

Schmiedtbauer wees er ook op dat politiek-gemotiveerde richtlijnen overproductie kunnen veroorzaken. “Je moet het fragiele evenwicht op de biologische markt niet doorbreken”, waarschuwde ook de Nederlandse Europarlementariër Bert-Jan Ruissen (SGP). 

Voor sommige EU-landen zoals Oostenrijk is het halen van de 25%-grens voor bio-landbouw geen probleem, maar gemiddeld moet het ruwweg verdrievoudigen ten opzichte van de huidige 8%, om het doel van de EU-commissie te bereiken. Schmiedtbauer wil in haar rapport geen verplichte 25% opnemen. Daartegenover willen sociaaldemocraten, Groenen en Verenigd Links vasthouden aan de doelstelling van 25%.

De Nederlandse Europarlementariër Anja Hazekamp (PvdD) merkte op dat het Europees Parlement die doelstelling van 25% van de ‘van boer tot bord’-strategie al heeft gesteund en vastgelegd.

De Landbouwcommissie stemt eind maart over het verslag van rapporteur Schmiedtbauer over het actieplan biologische landbouw. In mei komt het in stemming in de plenaire vergadering van het EU-parlement.