Het Europees Parlement heeft besloten dat EU-landen hun kosten voor een tijdelijk EU-voorzitterschap niet meer mogen laten sponsoren door grote multinationals. Volgens een grote meerderheid in het parlement moeten de kosten voor het voorzitterschap, dat ieder half jaar door een ander EU-land wordt vervuld, worden betaald uit de algemene middelen.
Dat betekent dat de kosten betaald moeten worden uit de gezamenlijke Europese pot, aldus Europarlementariër Lara Wolters (PvdA). “Het is absurd dat een publieke instelling geld krijgt van een private sponsor. BMW schenkt als private sponsor honderd auto’s aan voorzitter Finland. En dat terwijl inde Europese politiek de discussie over wat auto’s mogen uitstoten volop woedt”, zo zei Wolters tegen het AD. De discussie over sponsoring begon begin dit jaar, nadat toenmalig EU-voorzitter Roemenië in opspraak was geraakt door de sponsoring van Coca Cola.
Wolters, die het initiatief nam tot de uitspraak van het parlement, wil geen vermenging van belangen. “We moeten af van het beeld dat een paar personen of bedrijven het beleid van de EU kunnen bepalen.” De kwestie ligt al enige tijd op het bordje van de Europese regeringen die moet kijken of ze financiële ruimte willen vinden op de begroting.
Sinds het begin van deze eeuw lopen de kosten die landen maken als EU-voorzitter fors op. Ook Nederland had tijdens het voorzitterschap in 2016 een aantal sponsors om uit de kosten te komen. Ziggo, AkzoNobel, Philips en Heineken NL waren toen de bedrijven die voor bedragen van minimaal 5000 euro in de buidel tastten. Het geld werd onder meer uitgegeven aan conferenties en hotelovernachtingen voor delegaties uit het buitenland.
Volgens Lara Wolters (PvdA) zijn behoorlijk wat kosten verbonden aan zo’n roulerend voorzitterschap. Tegen het AD zei ze: ‘Je organiseert tientallen vergaderingen en conferenties. Maar er is geen apart potje voor. De landen moeten het dus zelf betalen. De lidstaten vinden zo’n voorzitterschap erg belangrijk, je kunt een half jaar volop shinen, maar het mag de EU kennelijk niks kosten. Dus gaat die landen op zoek naar externe financiering’.
Wolters weet ook wel dat veel mensen klagen over de EU en wat het allemaal kost. Het Finse voorzitterschap is bijvoorbeeld begroot op 70 miljoen euro. ’Maar ik zeg dan: democratie is belangrijk, die mag best wat kosten. Landen vinden het handig om op deze manier geld te besparen, maar belangenverstrengeling ligt echt op de loer. ,,Zo’n voorzitterschap is gewoon onderdeel van het democratische proces. Hoezo moet je dat sponsoren? De Tweede Kamer heet toch ook geen Holland Heineken House?’