De Europese Commissie hanteert een ‘nultolerantie’ tegenover fraude met Europese subsidies, maar het zijn de EU-landen die in eerste instantie verantwoordelijk zijn voor het goed beheer van zulke EU-gelden. Met die verklaring reageert de EU op een artikel in The New York Times over misbruik van landbouwsubsidies in Centraal- en Oost-Europese EU-landen.
Met die verklaring lijkt de Europese Commissie de controle op fraude met EU-gelden af te schuiven op de individuele EU-landen, maar het is de vraag of Europarlementariërs daar genoegen mee nemen. Bovendien is het de vraag of dat wel juist is. Het lijkt er sterk op dat Europese instanties die Europese subsidies verstrekken, zelf moeten controleren of hun geld wel goed terechtkomt.
The New York Times beschrijft hoe politici in landen als Hongarije en Tsjechië een deel van de landbouwsubsidies misbruiken voor eigen gewin of voor bevriende grootgrondbezitters. The New York Times deed onderzoek naar de verdeling van gelden uit het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) in Centraal- en Oost-Europese landen. Onder meer Hongarije, Tsjechië, Slowakije en Bulgarije zijn onder de loep genomen.
In totaal beslaat het onderzoek 9 landen. Vorig jaar besteedde de Europese Unie bijna zestig miljard euro aan subsidies voor Europese boeren. Hiervan is zo’n miljard euro bedoeld als directe inkomenssteun. De landbouwsubsidies maken ongeveer een derde uit van alle EU-uitgaven.
Uit onderzoek blijkt dat een klein groepje politiek gedreven ondernemers in die landen over veel grond beschikt, waarmee enorme hoeveelheden EU-subsidie worden gekregen. De Hongaarse president Viktor Orban zou zich schuldig maken aan het verdelen van staatsgrond (onder zijn familieleden en vrienden). De krant schrijft over maffiapraktijken in Slowakije en Bulgarije als het om ‘land diefstal’ gaat.
Ook wordt als voorbeeld de minister-president van Tsjechië genoemd. De Tsjech Andrej Babis valt heel wat te verwijten. Zijn landbouwbedrijf ontving in 2018 bijna 38 miljoen euro subsidiegeld.
Zo’n 80% van het totale EU-budget gaat naar amper 20% van de boeren. Met deze inkomsten worden ook politieke ambities gefinancierd, zoals die van premier Babis. In Bulgarije is het niet heel veel anders. Deze jaarlijkse miljoenen-stroom creëert een op het platteland een agrarische maffia. De overheid, herenboeren en de afnemers opereren in veel gevallen onder één hoedje. In Bulgarije loopt hier inmiddels een rechtszaak tegen. In Slowakije besloot de Italiaanse maffia zelf de landbouw in eigen hand te nemen. De journalist Jan Kuciak, die onderzoek deed naar deze zaak, werd samen met zijn vriendin vorig jaar vermoord.
Volgende maand moeten in Brussel en Straatsburg beslissingen worden genomen over de EU-meerjarenbegroting, en daarmee ook over de Europese landbouwsubsidies. Er gaan al langer stemmen op om die geldstroom in te dammen, en alleen nog subsidies te betalen als inkomenssteun voor kleine landbouwers.
Bovendien moet het landbouwgeld ondergeschikt gemaakt worden aan een Europees Klimaatbeleid. Het onderzoek van de New York Times naar de fraude met de subsidies zal in die Europese debatten ongetwijfeld weer op tafel komen.