Voor seizoenskrachten en tijdelijk personeel uit niet EU-landen komt er in de Europese Unie een gecombineerde verblijfs- en werkvergunning. Deze nieuwe wet regelt de toegang van legale migranten van buiten de EU tot de Europese arbeidsmarkt, vooral bij de oogsten in land- en tuinbouw.
De Single Permit richtlijn werd woensdag met 465 stemmen aangenomen bij 122 tegenstemmers. Er is tussen SoZa-ministers en Europees Parlement uitgebreid over onderhandeld.
De nieuwe wet is een gecombineerde werk- en verblijfsvergunning, waarmee legale migranten van buiten de EU in één procedure een verblijfsrecht èn toegang tot de Europese werkvloer krijgen. “Dit is echt een win-win-wet, waarmee we migranten een veilige, legale toegangsroute naar de EU kunnen bieden en tegelijkertijd tekorten in cruciale sectoren op onze arbeidsmarkt kunnen vullen”, vindt GroenLinks-Europarlementariër Tineke Strik.
Zij kreeg in de onderhandelingen voor elkaar dat de beslistermijnen worden ingekort, en dat inhuur-personeel betere rechtsbescherming krijgt. “Toch moeten we niet vergeten dat veel van deze werkende migranten ook kwetsbaar zijn en in verschrikkelijke situaties van uitbuiting kunnen belanden”, vervolgt Strik.
Met deze wet krijgen migrant-werkers het recht om tussentijds van werkgever te wisselen. Tot nu toe is hun werkvergunning geldig voor één werkgever Als hun klus eerder af is, mogen ze momenteel hun resterende tijd binnen de verblijfsvergunning geen ander werk aannemen. ‘Met de aangepaste wet doorbreken we de afhankelijkheidsrelatie met louche werkgevers”, aldus Strik.
PvdA-Europarlementariër Agnes Jongerius heeft de wetswijziging aangegrepen om de rechtspositie van tijdelijke werknemers uit niet-EU-landen te verstevigen. Voordat hun werk begint, moet duidelijk zijn wie de werkgever is, ook als dit een uitzendbureau is of wanneer ze werken via een onderaannemer. Ook moet het salaris en het werkrooster duidelijk zijn.
“Nog te vaak worden arbeidsmigranten onder valse voorwendselen hierheen gehaald. Arbeidsmigranten uit derde landen moeten expliciet dezelfde rechten krijgen als werknemers uit de EU”, vindt Jongerius.
“De lijst met uitzonderingen was in de vorige wet langer dan de lijst met gelijke rechten. We hebben dat kunnen verduidelijken en aanvullen, bijvoorbeeld met het recht op collectief onderhandelen. Ook moeten EU-landen voortaan meer gaan controleren of de gelijke rechten wel worden nageleefd, onder meer door inspecties.