Zowel het Europees Parlement als de 27 EU-landen proberen het elk alsnog eens te worden over het verminderen van gebruik en risico’s van chemische middelen in de landbouw. Daarover hebben de Europese Commissarissen al vorig jaar hun SUR-pesticidenvoorstel gepresenteerd, als onderdeel van de voedselstrategie van-boer-tot-bord.
Nu het Parlement volgende week stemt over zijn definitieve standpunt, onder tijdsdruk van de naderende EU-verkiezingen, zijn de spanningen achter de schermen hoog. Eigenlijk doet zich ook in dit voorstel de traditionele tegenstelling voor tussen de envi-milieucommissie en de agri-landbouwcommissie.
De Europese Commissie heeft afgelopen jaar onder druk van meerdere EU-landen al afzwakkingen in het voorstel aangebracht, maar nog steeds zijn er minstens een stuk of tien landen die niets van een chemicaliënverbod willen weten. Nederland en enkele andere grote landbouwlanden vinden wel dat het gebruik fors moet worden verminderd, zo zullen zij maandag in hun maandelijkse vergadering in Brussel nogmaals benadrukken.
Ook in de voltallige vergadering in van het Europees Parlement in Straatsburg dreigt deze week een herhaling van het recente stemmingengedoe zoals bij de natuurherstelwet, waarbij de fracties vrijwel elk compromis afwijzen en hun eigen standpunten middels amendementen in de nieuwe wet willen opnemen.
Hoewel de Landbouwsectie niet de leidende commissie is voor de nieuwe pesticidenregels, deelt zij wel de bevoegdheid over enkele onderdelen van het dossier met de Milieucommissie.
Belangrijke strijdpunten zijn onder andere nog de ingangsdatum: de Europese Commissie en de milieukant pleiten voor 2030 maar veel EU-landen en de landbouwgroepen willen dat vijf jaar later. Bovendien is nog omstreden of elk land een eigen verplichtende taakstelling voor vermindering krijgt, of dat er alleen op EU-niveau een verplichting komt, waarbij EU-landen elk een ‘inspanningsverplichting’ hebben om daaraan mee te werken. Volgens critici wordt daarmee het beoogde effect van de nieuwe wet bij voorbaat de nek omgedraaid.
Naar verluidt is het huidige EU-voorzitterschap (=Spanje) van plan maandag de LNV-ministers een nieuwe afzwakking voor te leggen die erop zou neerkomen dat de taakstelling-per-land vervalt. Dat bemoeilijkt het wetgevingsproces nog verder omdat de Milieuministers dat (nog?) niet vinden. De Milieuministers stellen medio december het standpunt van de EU-landen vast.
En àls de EU-landen het onderling al eens worden en àls het Europarlement al een standpunt inneemt, dan is het nog maar de vraag of vervolgens beide wetgevende instanties het samen eens worden met de Eurocommissarissen over een slot-compromis. Als dat niet in de komende maanden lukt, dreigt het SUR-pesticidenvoorstel doorgeschoven te worden naar de nieuwe Europese Commissie, ergens in 2025….