Het nieuwe standpunt van het Europees Parlement dat wegtransport van slachtvee beperkt moet worden tot maximaal acht uur, is nog lang geen praktijk. Het zal minstens nog enkele jaren duren voordat er ook maar iets van nieuwe wetgeving van kracht wordt.
De vooruitzichten op snelle verbeteringen zijn inderdaad niet gunstig, zo erkende vorige week de Luxemburgse Europarlementariër Tilly Metz (De Groenen), de voorzitter van de ANIT-parlementaire enquêtecommissie.
Wel toonde zij zich tevreden met de uiteindelijke ruime parlementaire steun voor het schokkende eindrapport en de 139 voorstellen voor (enkele tientallen) strengere regels, en voor (vele tientallen) meer vrijblijvende ‘aanbevelingen’.
‘Natuurlijk hadden we veel juridisch-bindende wetgeving gewild. Bijvoorbeeld een volledig verbod op dierenvervoer. Maar met een maximum van achturige transporten dekken we tachtig procent van de export van slachtvee (naar buiten de EU – red.). En dat niet langer alleen kalveren jonger dan tien dagen, maar ook ander jongvee niet meer mag worden vervoerd, is ook een verbetering. En wat te denken van verplichte inspecties waarmee wrakkige schepen en vrachtwagens aan de ketting worden gelegd’.
De nu bepleite niet-bindende aanbevelingen moeten onderdeel gaan uitmaken van nieuwe wetgeving (‘herziening Dierenwelzijn’) die Gezondheidscommissaris Stella Kyriakides in 2023 wil indienen. Dan moeten de EU-commissarissen dus eigen Commissie-standpunten gaan innemen over die 139 ‘aanbevelingen’. Daarna moeten de 27 EU-landen dat ook doen. Het ziet er naar uit dat de commissarissen ‘dichterbij’ het standpunt van het Europarlement zitten dan bij de tot nu toe afhoudende houding van veel LNV-ministers.
Toch kan het Europees Parlement zich nog niet rijk rekenen. Kyriakides heeft op haar commissariaat amper gespecialiseerde ambtenaren voor deze grote juridische herziening, en amper enig budget. Bovendien beseffen ervaren EU-politici, nu het Europarlement een officiële positie heeft ingenomen, dat ministers hun vertragingstactiek van stal kunnen gaan halen.
Veel zal er van afhangen hoe recht Kyriakides haar rug recht houdt. Steun kunnen Kyriakides en Metz in elk geval verwachten van Duitsland, Luxemburg en Nederland. Die drie landen zetten vorig jaar hun ‘stop met het gesleep van vee’ op de EU-kaart.
In de loop van verkiezingsjaar 2024 moeten vervolgens triloog-onderhandelingen op gang komen tussen Europarlement, Commissie en EU-Ministerraad. En in veel gevallen komt er bovendien een overgangsperiode die soms enkele jaren kan duren.
Vorige week, in de EU-landbouwraad in Brussel, benadrukten veel LNV-ministers dat hun land al veel doet om het dierenwelzijn tijdens transporten te beschernmen. Zij vinden dat de EU eerst maar eens moet optreden tegen die landen die niets tegen de misstanden doen. Ook zeggen sommige ministers dat er alleen nieuwe voorschriften mogen komen als deze ‘ gebaseerd zijn op wetenschappelijk onderzoek’. Kortom, allemaal ‘voorwaarden’ die nu al een moeizaam onderhandelingsproces voorspellen.
Bovendien zijn veel van de 139 ‘aanbevelingen’ bij lange na niet waterdicht. Zo is nog niet vastgelegd hoe het ‘omkatten’ van slachtvee kan worden tegengegaan. Een handelaar zal het veen binnen de toegestane acht uur als ‘fokvee’ kunnen transporteren naar landen aan de randen van de EU (zoals Noorwegen, Zwitserland, Noord-Ierland, Oekraine), die het vervolgens alsnog als slachtvee kunnen doorverkopen aan ver-weg-gelegen landen, inclusief wekenlange transporten op propvolle krakkemikkige veeschepen.
Tot grote ontevredenheid van de Nederlandse Europarlementariër Anja Hazekamp (Partij voor de Dieren) heeft het Europees Parlement weliswaar ingestemd met het schokkend eindrapport over de misstanden bij dierentransporten, maar wordt er feitelijk nog niets tegen ondernomen.
Hazenkamp gaf twee jaar geleden de aanzet tot het parlementaire onderzoek. Volgens haar blijft het bij niet-bindende ‘aanbevelingen’ waarvan nog maar moet worden afgewacht of en wanneer die, al dan niet nog verder afgezwakt, werkelijkheid worden. Daarom stemde zij teleurgesteld tegen…