In Europese hoofdsteden wordt deze week met meer dan gemiddelde belangstelling de jaarlijkse toespraak afgewacht van voorzitter Ursula von der Leyen. Zij houdt woensdag in het Europees Parlement in Straatsburg haar jaarlijkse State of the Union-toespraak, de laatste in de zittingsperiode van de huidige commissie.
Grote vragen op dit moment zijn: houden we vast aan de Green Deal, inclusief aanpassingen in de landbouw, hoe om te gaan met dwarsligger Polen en een solistische Poolse landbouwcommissaris, en wat te doen met de tien hoopvolle aspirant-EU-landen?
Er wordt momenteel veel over gespeculeerd, amper negen maanden voor de Europese verkiezingen en zo’n anderhalf jaar voor de samenstelling van een nieuwe Commissarissenploeg. Von der Leyen wil graag herbenoemd worden, maar zal dan wel de komende anderhalf jaar ongeschonden uit de strijd tevoorschijn moeten komen.
De meningen lopen uiteen, maar bijna iedereen is het erover eens dat haar toespraak de cyclus zal afsluiten die ze bij haar benoeming in december 2019 begon met het uitvouwen van de Green Deal-filosofie.
Hoewel die missie door haar toenmalige rechterhand en eerste vicevoorzitter Frans Timmermans theoretisch en wet-technisch vrijwel voltooid is, zijn veel kwesties van landbouw en biodiversiteit er nog verre van verwijderd. Het is bovendien ook politiek dynamiet geworden.
Ursula von der Leyen staat voor de keus: vasthouden aan de ambitieuze Green Deal-doelstellingen of afzwakkingen incalculeren. Verscheidene belangengroepen hebben er al op aangedrongen vast te houden aan het verbod op het gebruik van glyfosaat. Ook vragen ze de voorgenomen modernisering van de EU-regels voor dierenwelzijn niet op de lange baan te schuiven.
De invloedrijke Europese agrarische koepelorganisatie Copa-Cosega daarentegen heeft al aangedrongen op aanpassingen. “We hebben een Europese Unie nodig die afstand neemt van dogmatisme en weer begint te praten met plattelandsgemeenschappen.
Cruciale kwesties liggen nog steeds op tafel, of het nu gaat om gewasbescherming, nieuwe genomische technieken, dierenwelzijn, duurzame voedselsystemen of de afsluiting van onderhandelingen over het herstel van de natuur of industriële emissies. Het is om deze redenen dat de Europese landbouw en bosbouw niet buiten de State of the Union-toespraak kunnen worden gelaten!”, aldus Copa-Cosega.
Daarnaast zal de huidige Commissie hoe dan ook iets moeten zeggen over de broodnodige (al eerder beloofde !) hervormingen van EU-procedures, bevoegdheden en takenpakketten. Dat is al dringend nodig met de huidige 27 lidstaten; laat staan als er een stuk of vijf of tien nieuwelingen worden toegelaten.
Uit een recente opmerking van EU-voorzitter Charles Michel valt af te leiden dat sommige staatshoofden en regeringsleiders vinden dat de EU daar in 2030 kláár voor moet zijn. Dat betekent wel dat de nieuwe commissie (2024-2029) het alleen hoeft voor te bereiden, en dat de allerlaatste beslissing pas in de periode daarná hoeft te worden genomen.