EU-dialoog: landbouwsubsidies moeten helemaal op de schop

De Europese landbouwsubsidies moeten in de toekomst worden berekend op basis van het inkomen van boeren in plaats van op het aantal hectares dat ze bezitten. Dit voorstel, een van de meest ingrijpende aanbevelingen in een recent rapport, zou de financiering van de landbouw in de EU drastisch veranderen. 

Het rapport werd afgelopen week gepresenteerd aan Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie, en zal naar verwachting een cruciale rol spelen bij de hervormingen van het Europese gemeenschappelijke landbouwbeleid (GLB) later dit jaar.

Momenteel gaat ongeveer 80% van de Europese landbouwsubsidies naar slechts 20% van de grootste agrarische ondernemingen, terwijl kleinere en middelgrote boerenbedrijven, die een groot deel van de sector vertegenwoordigen, het vaak met minder moeten doen. 

De werkgroep van Europese landbouwdeskundigen stelt voor om deze ongelijkheid aan te pakken door subsidies te richten op het inkomen van boeren, zodat de steun terechtkomt bij degenen die deze het meest nodig hebben, voornamelijk kleine en middelgrote bedrijven.

Los van de vraag of landbouw-reus Oekraïne en Moldavië binnenkort worden toegelaten als lid van de EU, inclusief hun toegang tot de vrije markt, betekenen de huidige voorstellen dat de huidige GLB-financiering hoe dan ook grotendeels gaat verdwijnen.

De werkgroep adviseert verder om milieu-betalingen in de agrarische sector  los te koppelen van inkomenssteun. Milieuvriendelijke landbouwpraktijken zouden moeten worden beloond via aparte betalingen, wat niet ten koste zou gaan van inkomenssteun voor boeren die daar niet aan meedoen.

Ook legt de werkgroep opnieuw de Natuurherstelwet en de Bodemwet op de EU-vergadertafels. De kosten daarvan zouden niet uit GLB-agrisubsidies betaald moeten worden, maar uit een (nieuw) apart fonds.

Er wordt verder gepleit voor op maat gemaakte emissiedoelen voor verschillende landbouwsectoren. Die zouden per land kunnen verschillen, waardoor er een steeds m’inder gemeenschappelijk EU-beleid ontstaat. Daarbij kunnen gebieden met een hoge concentratie veeteelt, zoals Nederland en Catalonië, worden aangemoedigd om vrijwillige de veestapel te verminderen..

Het rapport roept op tot minder bureaucratische rompslomp voor boeren, waardoor zij zich kunnen concentreren op hun bedrijf en niet op het invullen van formulieren. Ook moet er meer aandacht komen voor steun voor jonge boeren die het bedrijf van hun ouders willen overnemen, en moet het consumeren van plantaardig voedsel boven vlees en zuivel worden aangemoedigd.