De Europese Commissie aarzelt over nieuwe subsidievoorstellen van Landbouwcommissaris Janusz Wojciechowski voor de vervoerskosten van Oekraiens graan naar EU-havens aan de Oostzee en Noordzee. Hij denkt daarbij aan enkele tientjes per ton, afhankelijk van de afstand over de weg.
In dat geval zou het tijdelijk invoerverbod voor Oekraïense landbouwproducten in vijf EU-buurlanden, dat over twee weken afloopt, moeten worden verlengd tot minstens eind dit jaar. Landbouwcommissaris Janusz Wojciechowski ondersteunt daarmee het verzoek van de vijf betrokken landen (Polen, Bulgarije, Roemenië, Hongarije en Slowakije) maar zijn zijn collega-EU-commissarissen het daar nog niet mee eens.
Bovendien is er een Commissie-besluit nodig om de benodigde 600 miljoen euro voor de transportsubsiudie op te hoesten. De andere Commissarissen willen het huidige tijdelijke importverbod vervangen door een of andere doorvoer-verplichting, maar kunnen dat zonder medewerking van die vijf landen niet afdwingen of controleren.
Als de EU hun lokale agrarische markten niet langer beschermt, dreigen Polen en Hongarije opnieuw met blokkades van grensovergangen.
De kern van de discussie draait om de impact van overtollige Oekraïense graanexport op de lokale markten. Volgens Wojciechowski is er in de internationale handel weinig vraag naar Oekraiens graan omdat de bijkomende transportkosten (over de weg naar de Oostzeehavens, of per binnenvaartschip over de Donau) het te duur maken. Daardoor is er momenteel zelfs meer vraag naar Rússisch graan.
De voorgestelde EU-subsidie zou helpen om de graanexport via zogenaamde ‘solidariteitscorridors’ door EU-buurlanden naar havens aan de Oostzee, Noordzee en mogelijk de Kroatische Adriatische kust te vergemakkelijken.
Wojciechowski heeft voorgesteld om Oekraïense graanexporteurs te subsidiëren, om hen weer concurrerend te maken op de wereldmarkt. Echter, het voorstel heeft verdeeldheid gezaaid binnen de Europese Commissie, aangezien sommige leden vinden dat verlenging van het importverbod de economische positie van Oekraïne zou kunnen ondermijnen.
Oekraïne geeft de voorkeur aan transport van hun graan via de uiterst westelijke vaarroute over de Zwarte Zee, door de kustwateren van NAVO-landen Roemenië en Bulgarije. Echter, het risico van Russische militaire dreiging heeft EU-landen terughoudend gemaakt om deze route te gaan gebruiken.
De Europese Commissie zal naar verwachting binnenkort haar definitieve positie over deze kwestie bekendmaken, net voordat het huidige importverbod op 15 september afloopt.