De Europese Commissie wil 7,5 miljard euro uit het grote corona-herstelfonds niet uitbetalen aan Hongarije omdat het land zich niet houdt aan Europese regels en voorschriften. Het is voor het eerst dat de Europese Commissie het boetesysteem van het staatsrecht-stelsel daadwerkelijk toepast.
Afgelopen vrijdag zei het Europees Parlement in een resolutie dat Hongarije ‘niet langer een democratie’ kan worden genoemd. Europarlementariër Tineke Strik (GroenLinks) wil dat ook andere EU-gelden worden ingehouden, zoals landbouwfondsen, om Hongarije onder druk te zetten. Strik benadrukt dat Hongaars misbruik en fraude met landbouwfondsen in de afgelopen jaren al zijn aangetoond.
De anti-EU-koers van de nationalistische Hongaarse regering van premier Viktor Orban is al jarenlang een steen des aanstoots in EU-kringen, maar tot nu toe hielden de Europese regeringsleiders het opleggen van boetes tegen.
Maar nu Hongarije de pro-Oekraïne an anti-Rusland koers van de EU-landen afwijst, is ook voor Brussel de maat vol. Hongarije besloot eerder deze maand meer Russische olie te gaan kopen.
De nu ingehouden 7,5 miljard is ongeveer de helft van het Hongaarse geld in het EU-brede herstelfonds. In een poging de vrees van Brussel weg te nemen, kondigde Boedapest zaterdag – op het allerlaatste moment – aan dat het corruptie wil gaan beteugelen.
Komende week moeten de EU-regeringsleiders de opgelegde boete nog goedkeuren, en Hongarije heeft zes weken de tijd om terug te krabbelen.
Het conflict tussen Hongarije, een van de grootste netto-begunstigden van het blok, en de EU is gestaag gegroeid sinds de regerende Fidesz-partij van Orban in 2010 aan de macht kwam.
De grootste regeringspartij wordt beschuldigd van het vernederen van de democratische instellingen van het land, het inperken van de media-vrijheden, fraude met EU-subsidies en het schenden van de rechten van minderheden – iets wat Boedapest ontkent.