Ondanks tal van waarschuwingen en wetenschappelijke onderzoeken laten de EU-landen nog steeds te veel vis uit de Noordzee vangen. Vooral Britse, Nederlands, Duitse en Deense vissers mogen er nog steeds meer vis vangen dan volgens wetenschappelijke normen verantwoord is. Binnenkort moeten door de EU-visserijministers nieuwe vangstquota worden vastgesteld.
Van de Europese visquota die overbevissing moeten tegengaan, is bijna de helft te hoog, zo constateerde onlangs een Nederlandse milieuorganisatie. De organisatie wijst erop dat de Europese Unie jaren geleden heeft besloten dat alle visquota vanaf 1 januari 2020 duurzaam zouden moeten zijn.
De criteria voor ‘duurzame visvangst’ zijn vastgelegd in het MSC-label. Dat gaat vérder dan de criteria die veel vissers tot nu toe hanteren. Vissers houden zich weliswaar meestal aan de quota in gewicht en kilo’s visvangst, maar lang niet altijd aan de meer-omvattende MSC-regels.
In de MSC-standaard wordt ook gekeken naar bijvangsten, bodemimpact en de manier waarop de visserij beheerd wordt. De selectie van het MSC label is streng en het is voor deelnemende vissers vaak een bewijs van ‘goed gedrag.
Visserijorganisaties uit Nederland, Denemarken, Zweden en Duitsland werkten de afgelopen tijd samen om diverse visserijsoorten opnieuw te laten certificeren onder het duurzaamheidslabel van Marine Stewardship Council (MSC). De certificaten werden vorige week gepubliceerd.
Voor de Nederlandse visserij worden de MSC-certificeringen uitgebreid. Zo is niet alleen de Noordzee, maar straks ook een deel van het Skagerrak onderdeel van het gecertificeerde vangstgebied. Schol en tong in de Noordzee waren al gecertificeerd
In december komt de EU-visserijministers bijeen om de vangstquota voor komend jaar vast te stellen. Die liggen al jaren hoger dan wat wetenschappers adviseren. Door overbevissing is de stand van de kabeljauw in de Noordzee bijvoorbeeld al gedaald tot onder een kritiek punt, aldus het onderzoek.
De Nederlandse natuurorganisatie heeft de adviezen van Internationale Raad voor het Onderzoek van de Zee (ICES) vergeleken met de vangstmaxima die de ministers de afgelopen jaren hebben vastgesteld. Hun conclusie is dat bijna de helft van de visquota nu nog hoger is dan het maximum. De afgelopen tien jaar is er wel iets verbeterd, maar volgens de stichting gaat het te langzaam.
Ook overschrijdingen met enkele procenten kunnen op termijn leiden tot tot neergang van populaties. Dat gaat dat ten koste van de weerbaarheid van een vissoort.