Nederland en EU laten mogelijk de Koerden hun IS-strijders berechten

Nederland wil met andere EU-landen onderzoeken of samengewerkt kan worden met Koerden bij de berechting van Europese IS-jihadstrijders. De Nederlandse minister Stef Blok (Buitenlandse Zaken) wijst juridische samenwerking niet bij voorbaat af. De Koerden in het noorden van Syrië houden al bijna twee jaar duizenden ‘buitenlandse’ IS-strijders gevangen.

Minister Blok wil bekijken of er mogelijkheden zijn om IS-strijders te laten berechten door de Koerdische autoriteiten. Hij zegt dat in reactie op een aankondiging van de Koerden, gisteren, dat zij de berechting zelf ter hand gaan nemen. De Koerden hebben de Europese landen herhaaldelijk gevraagd ‘hun’ IS-strijders terug te nemen, en voor hun oorlogsmisdaden te berechten. Maar de meeste EU-landen willen die ‘gevaarlijke jihadistische terroristen’ niet terugnemen.

In Koerdische detentiecentra in Noord-Syrië zitten ruim 2000 buitenlanders gevangen die worden verdacht van lidmaatschap van IS. Sinds de val van het kalifaat houden de Syrische Koerden duizenden IS-verdachten vast, onder wie ook veel vrouwen en kinderen. Volgens de Nederlandse inlichtingendienst zitten er 55 Nederlanders in Koerdische kampen, van wie een kwart vrouwen.

De Koerden zijn teleurgesteld dat westerse landen Syriëgangers niet repatriëren en dat er ook geen internationaal tribunaal is om de jihadisten te berechten. Daarom kwamen de Koerden vrijdag met het plan om in maart zelf tot berechting over te gaan middels een nieuw speciaal tribunaal.

Tot nu toe hebben de Koerden alleen Syrische en Iraakse strijders berecht. Met de buitenlanders wilden zij dat niet doen, omdat ze daar het mandaat noch de middelen voor hebben. Tot nu toe hield de Nederlandse regering vol dat berechting door de Koerden onmogelijk is, omdat de Koerden geen autonoom land besturen en Nederland geen officiële betrekkingen met hen onderhoudt.

Het blijft volgens de Nederlandse bewindsman een obstakel dat de Koerden niet beschikken over de noodzakelijke wetgeving en rechterlijke macht. Daarom zou Blok samen willen optrekken met andere Europese landen die een manier zoeken om de Syriëgangers te berechten. Daarbij valt te denken aan het uitlenen van juristen en deskundigen, of medefinanciering van de proceskosten.

Nederland heeft de voorkeur om de IS-strijders voor een internationaal tribunaal te brengen. Dat zou een nieuw internationaal VN-Hof kunnen zijn, of worden opgedragen aan het Internationaal Gerechtshof in Den Haag. Een tweede mogelijkheid is berechting in Irak, als daar tenminste een eerlijke rechtsgang kan worden gegarandeerd en de doodstraf niet wordt toegepast.

Van beide opties is tot nu toe niets terechtgekomen. Ook bij een door de Koerden georganiseerde procedure niet in Irak, maar ook in Syrië zijn volgens Blok vraagtekens te zetten over eerlijke en onpartijdige berechting. De Nederlandse minister wil bij de Koerden navragen hoe zo’n tribunaal er dan in de praktijk moet uitzien. En ook zal Nederland juridische waarborgen eisen.