Toelating ‘groene’ groeimiddelen in Europese landbouw wordt versneld

De toelating van biologische gewasbeschermers in de Europese landbouw wordt versneld en vereenvoudigd. De Europese Commissie wil het gebruik van milieuvriendelijke alternatieven voor chemische gewasbescherming stimuleren. Dat moet al in november in orde zijn, zei Gezondheidscommissaris Stella Kyriakides.

Brussel hoopt hiermee  Europese boeren beter te kunnen uitrusten met nieuwe middelen, om te zijner tijd chemische gewasbeschermingsmiddelen te kunnen vervangen. In de EU-voedselstrategie ‘van-boer-tot-bord’ is vastgesteld dat het gebruik van chemische middelen moet worden gehalveerd, maar landbouworganisaties wijzen er op dat er nog geen alternatief wordt geboden.

De versoepelde procedures zijn al geaccepteerd door de EU-lidstaten maar moeten nog worden goedgekeurd door het Europees Parlement. Vorige maand bracht de Nederlandse Europarlementariër Bert-Jan Ruissen (SGP) de trage procedures onder de aandacht van (tijdelijk) EU-voorzitter Julien Denormandie. 

Ruissen wees de Franse minister op de gebrekkige capaciteit bij veel Europese landen om vervangende middelen snel en goed te kunnen beoordelen. Denormandie zei dat Ruissen ‘honderd procent gelijk heeft dat de toelating veel te traag gaat. Dat goedkeuring drie of vier jaar duurt, is veel te lang.’ 

Momenteel zijn ‘ groene’ bestrijdingsmiddelen onderworpen aan dezelfde strenge testcriteria als chemische middelen. Straks moeten de eisen worden aangepast aan de biologische en ecologische eigenschappen van het middel. 

Hoewel vormen van biocontrole al lang in de landbouw worden gebruikt, hebben ze recentelijk hernieuwde aandacht gekregen als duurzaam en levensvatbaar alternatief voor chemische bestrijdingsmiddelen. Zoals het er nu uitziet, zijn in de EU meer dan 60 micro-organismen goedgekeurd voor gebruik in de EU.

Er zijn in de landbouw alternatieven nodig om over enkele jaren het gebruik van chemische gewasbeschermers te kunnen halveren. De EU-commissie geeft toe dat bacteriën, schimmels en virussen vaak een slechter effect hebben dan chemische middelen, vooral als de omstandigheden tijdens het aanbrengen niet ideaal zijn.