EU dreigt Nederland met proces om afschermen van het pensioenstelsel

Nederland moet snel iets doen aan regelgeving die het moeilijk maakt voor burgers om hun pensioen in het buitenland onder te brengen of pensioenproducten bij een buitenlandse aanbieder te kopen. De Europese Commissie dreigt met het Europees Hof van Justitie als de wetgeving niet binnen twee maanden wordt aangepast.

Het Nederlandse pensioenstelsel was al eerder onderwerp van discussie tussen de EU en Nederland, vooral omdat het Nederlandse stelsel op veel punten niet past in de EU-benadering van pensioenen. In tegenstelling tot alle andere EU-landen zijn de pensioenen niet een of andere door de overheid georganiseerde ‘sociale zekerheid’, maar zijn de pensioenfondsen eigendom van werkgevers en vakbonden.

Ook worden in Nederland de pensioen niet betaald uit belastinggeld (dat via de overheid wordt geïnd en uitgekeerd), maar door premies die door de werkgevers worden ingehouden op het arbeidsloon. Daarmee zijn pensioenbetalingen in Nederland geen ‘belasting- of sociale uitkering’, maar ‘uitgesteld loon’.

Daarbij worden in de andere EU-landen belastingheffingen en belasting-uitkeringen jaarlijks door wisselende regeringen vastgesteld, hetgeen vrijwel jaarlijks leidt tot ophef over pensioenbedragen zoals in Frankrijk of Griekenland. In Nederland worden de hoogte van de premie en van de uitkering vastgesteld door werkgevers en vakbonden, buiten de politieke besluitvorming om.

Volgens de Europese Commissie hindert Nederland het vrij verkeer van burgers en werkenden, de vrijheid van vestiging, de vrijheid van dienstverlening en het vrije verkeer van kapitaal. In de benadering van de Europese Unie zijn pensioenen slechts financiële transacties, die dus ook grensoverschrijdend in heel Europa zouden moeten gelden.

In zo’n neo-liberale marktbenadering zou een Nederlander een pensioenverzekering in Frankrijk moeten kunnen sluiten, en andersom. Maar een Fransman kan geen lid worden van een Nederlands pensioenfonds; dan zou hij in die bedrijfstak bij een Nederlands bedrijf in loondienst moeten zijn. Kortom: in hoeverre mag Nederland z’n sociale pensioenstelsel afschermen, of: hoe krijgen ánderen zeggenschap over ónze pensioenen?

De Europese Commissie gaf de Nederlandse regering al eerder een waarschuwing over de kwestie. Zo eist het Nederlandse ministerie van Financiën (bank)garanties van een (ex-)werknemer als zijn pensioenkapitaal wordt overgedragen aan een buitenlands pensioenfonds. Dit in verband met mogelijke belastingconflicten over de pensioenovereenkomst. Voor buitenlandse pensioenaanbieders gelden ook voorwaarden die hen belemmeren hun diensten op de Nederlandse markt aan te bieden. Ook dat zit Brussel niet lekker.

Het kabinet-Rutte bereikte eerder dit jaar met werkgevers en vakbonden en de Tweede Kamer een akkoord over een ingrijpende modernisering van het pensioenstelsel. Daarin kijken de werkgevers vooral naar de hoogte van de af te dragen premies, kijken de vakbonden vooral naar de hoogte van de uitkeringen, en kijkt de overheid vooral naar de juridische haalbaarheid en uitvoerbaarheid.

In de afgelopen maanden is opnieuw gebleken dat minister Wouter Koolmees (Sociale Zaken) de hete adem van de EU in de nek voelt: het nieuwe Nederlandse pensioenstelsel moet wat Brussel betreft ook binnen de EU-regels passen. Daarbij wordt zelfs al gesproken van een ‘transferunie’ waarbij de gespaarde pensioenpotten van alle EU-landen in één pot zouden komen, en alle pensioenen uit die ene pot betaald zouden moeten worden.

Ondanks mogelijke dreigende kortingen is het Nederlandse pensioenstelsel onlangs opnieuw uitgeroepen tot het beste van de wereld. Adviesbureau Mercer zette Nederland in zijn Global Pensions Index net als vorig jaar bovenaan. Hoewel veel Nederlanders mopperen over de onzekerheid van hun pensioenuitkering is het soms goed om door dit soort onderzoeken te beseffen dat Nederland het wereldwijd gezien erg goed voor elkaar heeft, zei een van de onderzoekers.

In 2017 was Denemarken net iets hoger geklasseerd. Dat land staat nu tweede en is na Nederland het enige andere land dat de waardering ‘A’ krijgt voor de mate van financiële stabiliteit die het stelsel biedt na de pensionering. Australië werd derde, gevolgd door de Scandinavische landen Finland, Zweden en Noorwegen.

Het Nederlandse pensioenstelsel scoort hoog op het gebied toereikendheid, duurzaamheid en integriteit. Dat leidde tot een totaal van 81 van de 100 punten, 0,7 punten meer dan vorig jaar. Ruimte voor verbetering is er op het vlak van schulden van huishoudens, die relatief hoog zijn. Ook in Denemarken hebben huishoudens relatief veel schulden, waarvan hypotheekschulden de hoofdmoot vormen.