Het Europees Hof van Justitie in Luxemburg heeft gevonnist dat het veranderen van plantensoorten met behulp van laboratoriumtechnieken niet valt onder de Europese verordening voor genetische manipulatie. Daarmee blijft het verbeteren van plantensoorten met behulp van reageerbuis-technieken toegestaan.
De huidige Europese GMO-verordening legt veel beperkingen aan genetische veranderingen in planten- en voedselsoorten omdat de mogelijke gevolgen voor gezondheid van mens en dier niet onomstotelijk buiten de risicozone blijft. Milieuorganisaties vinden dat elke dna-verandering bij plantenveredeling onder die strenge regels zou moeten vallen, maar de EU-rechters wijzen dat af.
Chemisch of fysisch geïnduceerde veranderingen blijven onderdeel van de huidige regels voor conventionele veredeling. Het maakt niet uit of de mutatie in de plant of in de cel heeft plaatsgevonden.
De Nederlandse Europarlementariër Bert-Jan Ruissen (SGP) is blij met de gerechtelijke uitspraak. “Dit is precies wat SGP wil, namelijk dat nieuwe veredelingstechnieken niet onder de GMO-beperkingen vallen. Dit arrest bespoedigt de veredeling. Het is bovendien ook een belangrijke en positieve eerste stap op weg naar betere veredeling van planten, ook naar de Crispr-Cas techniek.
Dat kan leiden tot gewassen die beter geschikt zijn voor bijvoorbeeld klimaatverandering of minder gewasbeschermingsmiddelen nodig hebben”, zo zei Ruissen desgevraagd in een reactie tegen Nieuwe Oogst.
De Europese agrarische koepels Copa en Cogeca verwelkomen de uitspraak over “in vitro” willekeurige mutagenese ook. De Europese landbouw moet volgens hen toegang krijgen tot de voordelen van innovatie om duurzamer te kunnen zijn. Plantenveredelaars zouden bepaalde technieken moeten kunnen gebruiken, waardoor hun ontwikkel-tijd met zo’n 10 jaar wordt verkort.