Het Europees Hof van Justitie (EHvJ) heeft bepaald dat het EU-logo voor geïmporteerde biologische voeding alleen mag worden gebruikt als deze volledig voldoen aan de strikte biologische productienormen van de Europese Unie.
Als producten uit derde landen hieraan niet voldoen, kan dit verwarring veroorzaken bij consumenten en verstoort het het ‘ gelijke speelveld’ voor producenten van biologische producten.
In het licht van de toenemende vraag naar biologische producten in Europa krijgt deze uitspraak impact op de wereldwijde biologische handel. Tegelijkertijd kan het de import van biologische producten uit derde landen ingewikkelder en duurder maken.
Centraal in de zaak stond een klacht van het Duitse bedrijf kruidenbedrijf Herbaria. Die kruidenfabriek beweerde dat hun producten identiek zijn aan kruiden van een bedrijf uit de Verenigde Staten, waaraan ook enkele andere niet-biologische ingrediënten waren toegevoegd. Die kregen van Brussel wel het EU-biolabel.
De rechtbank wees er echter op dat de Verenigde Staten (net als enkele andere niet-EU-landen) een “gelijkwaardigheidsverklaring” hebben van de EU. Dat betekent dat de EU de arbeids- en productiecriteria van de VS erkent als gelijkwaardig aan die van de EU. Hierdoor kunnen uit de VS geïmporteerde producten toch voldoen aan de EU-normen en het biologische logo mogen gebruiken.
Het besluit van het Europees Hof van Justitie (EHvJ) in Luxemburg legt daarmee strenge beperkingen op voor het gebruik van het EU-biologische logo op vervangende producten. Het doel hiervan is om een garantie te bieden aan consumenten dat het product daadwerkelijk voldoet aan de strikte eisen van de EU voor biologische voeding.
Het oordeel van het Hof krijgt vrijwel zeker gevolgen voor de internationale handel in biologische producten. Het besluit maakt duidelijk dat exporteurs niet zomaar het EU-biologische logo kunnen voeren, zelfs als die in hun eigen land wel als biologisch worden bestempeld.
Dit kan de marktpositie van deze landen verzwakken, omdat het EU-logo een marketingwaarde heeft binnen de Europese markt. Het logo is immers een vertrouwd symbool voor consumenten die biologische producten kopen, en het afwezig zijn van dit logo kan hun aankoopbeslissingen beïnvloeden.
Bovendien zullen niet-EU-bedrijven bedrijven hun productieprocessen moeten aanpassen als zij toegang willen houden tot de Europese markt. Die benadering van het ‘spiegeleffect’ wordt de laatste jaren in de EU-handelspolitiek vaker gehanteerd, vooral bij de import van milieubedreigende producten en goederen. Daarmee probeert Brussel te voorkomen dat EU-producenten door Europese milieu- en klimaatcriteria ‘op achterstand raken’ bij hun niet-EU-concurrenten.