Een Nederlandse rechter heeft een klacht van niet-rokers en gezondheidsorganisaties voorgelegd aan het Europees Hof van Justitie. De eisers willen een uitspraak over de omstreden methode waarmee in laboratoria de bekritiseerde bescherming van filters aan sigaretten wordt gemeten.
De rechtbank in Rotterdam vraagt het Europees Hof van Justitie om een oordeel te vellen over de meetmethode rond deze zogenoemde sjoemelsigaret. De Nederlandse rechters hebben “ernstige twijfel” over de manier waarop de geïnhaleerde hoeveelheid teer en nicotine wordt gemeten. De rechters willen weten of de theorie uit het laboratorium overeenkomt met wat een roker daadwerkelijk aan stoffen inhaleert.
De kwestie kan vergelijkbare vormen aannemen als destijds met de luchtvervuiling door dieselauto’s. Ook daar bleken fabrikanten de EU-regels voor gezondheid en luchtvervuiling te ontwijken door hun metingen en proeven in laboratoria te manipuleren, en daarmee EU-inspecties te misleiden.
De rechtszaak is aangespannen door een anti-rookstichting, de gemeente Amsterdam en een aantal Nederlandse gezondheidsorganisaties. Zij willen dat de sigaret met gaatjesfilter wordt aangepakt en de huidige meetmethode wordt vervangen door een nauwkeurigere meting.
In het filter van de sigaretten zitten namelijk minuscuul kleine gaatjes die bij het roken worden dichtgeknepen door de vingers of de lippen van de roker. Bij metingen op een rookmachine in het laboratorium blijven die gaatjes vrij. Daardoor wordt bij die proeven schone lucht door de gaatjes aangezogen en vallen de meetcijfers naar teer, nicotine en andere stoffen láger uit.
De rechtbank in Rotterdam vraagt nu de hoogste rechter van de Europese Unie om advies, omdat in Europees verband bepaald is hoeveel teer, nicotine en koolmonoxide een roker mag binnenkrijgen. Ook de meetmethode is Europees vastgelegd.