Het Europese Hof in Luxemburg heeft negatief geoordeeld over een zaak die was aangespannen door de Europese vakbonden tegen de Europese Commissie. Het hof is van mening dat de Europese Commissie een akkoord tussen werkgevers en werknemers naast zich neer mag leggen. Daarmee zijn nationale overeenkomsten tussen sociale partners niet bindend voor ambtenaren bij de EU en in andere EU-landen.
Het tussen de sociale partners bereikte akkoord draait erom dat overheidspersoneel het recht moet hebben om actief te worden geïnformeerd door hun werkgever, bijvoorbeeld bij reorganisaties. In Nederland hebben werknemers bij de overheid grotendeels dezelfde rechten als medewerkers in het bedrijfsleven. In veel andere Europese landen is dat niet of nauwelijks het geval.
De Europese vakbonden wilden voor alle 9.8 miljoen ambtenaren bij alle landelijke overheden in de EU-landen een minimaal pakket ‘inspraak’afspreken. Zij hadden hierover overeenstemming bereikt met de werkgeversorganisaties, maar meerdere EU-landen wezen het af. Daarmee is een zogeheten bindendverklaring alleen van kracht in het land waar de overeenkomst gesloten is.
De secretaris-generaal van de overkoepelende Europese vakbonden (EPSU), de Nederlander Jan Willem Goudriaan, zegt hierover in een persbericht van de Nederlandse valkbondskoepel FNV: ‘Het is een klap in het gezicht van alle ambtenaren. Zij verdienen dezelfde rechten als medewerkers in het bedrijfsleven. Deze uitspraak schept veel onzekerheid over de mogelijkheden van sociale partners om in de toekomst rechtsgeldige overeenkomsten te kunnen sluiten binnen de EU.’
De EPSU buigt zich nu over het vonnis en beraadt zich over de te nemen stappen.