Nederland en vier andere EU-landen (Denemarken, Duitsland, Zweden en België) voelen er niets voor om hogere (landbouw-) subsidies te gaan toekennen aan protesterende boeren, zoals de overige EU-landen kennelijk wel willen. Dat blijkt uit een brief die de overige 22 lidstaten hebben gestuurd aan Green Deal-commissaris Maros Sefcovic en Landbouwcommissaris Janusz Wojciechowski.
Als ten minste vier van die vijf lidstaten tegen een voorstel stemmen, kan dit de vereiste gekwalificeerde meerderheid verhinderen. Het is nog niet duidelijk of voor concessies aan de protesterende boeren daadwerkelijke EU-meerderheidsbesluiten nodig zullen zijn.
Europese boeren protesteren sinds enkele weken tegen dalende inkomens en stijgende kosten, tegen oneerlijke import- concurrentie, en tegen Green Deal-wetten en Klimaatregels. In reactie daarop wordt nu in Brussel gewerkt aan een pakket ‘versoepelingen’ dat volgende week (24 en 25 maart) in een niet-openbare informele LNV-ministerraad voor het eerst wordt besproken.
Het Belgische EU-voorzitterschap heeft eerder aangekondigd dat het al op 15 maart een eerste pakket ‘administratieve’ maatregelen wil presenteren om de werk- en lastendruk in de agrarische sector te verlichten. Ook loopt er tot het najaar een enquête onder boeren over wat zij als goede oplossingen zien.
“Het is voor ons van cruciaal belang om vóór de herfst met boeren te kunnen communiceren over de veranderingen op middellange termijn en deze zo zichtbaar mogelijk te maken”, aldus de ministers van onder meer Frankrijk, Spanje, Polen en Italië in hun brief.
De Nederlandse LNV-minister Piet Adema vindt niet dat het landbouwbeleid zodanig verruimd moet worden dat elk land met eigen regels en uitzonderingen hun eigen boeren tevreden kan gaan stellen. In een Kamerbrief benadrukt Adema dat niet de ambities moeten worden verlaagd, maar dat de transitie naar een duurzame agrarische sector ‘in lijn moet zijn’ met de ecologische doelstellingen.
Adema zegt in zijn Kamerbrief niets over het pleidooi van zijn 22 EU-ambtgenoten, en niets over de GLB-landbouwsubsidies. Wel maakt hij duidelijk dat hij vasthoudt aan eerdere Nederlandse pleidooien over onder meer dierenwelzijn en voedselveiligheid. Daarbij blikt hij ook al vooruit op een aantal andere in de landbouwsector smeulende milieu-dossiers. Zo herhaalt hij dat Nederland eraan vasthoudt dat in de strijd tegen voedselverspilling niet alleen terugdringing nodig is bij huishoudens en horeca, maar ook in de landbouw.
Wel neemt Adema in zijn brief al een voorschot op de op handen zijnde Europese evaluatie van de Nitraatrichtlijn die ook voor de Nederlandse veehouderij weleens tot strengere eisen tegen bodem- en waterverontreiniging kan gaan leiden. Ook kon het uitrijden van mest weleens onder druk komen. Adema koppelt die Nitraatkwestie aan het (al eerder ingebrachte) Nederlandse voorstel voor het toelaten van hoogwaardige bewerkte dierlijke mest die voldoet aan de zogeheten Renure-criteria.
Ook herhaalt hij dat Nederland vasthoudt aan vermindering van chemische bestrijdingsmiddelen in de landbouw.Adema bespreekt deze (en andere kwesties) woensdag in Brussel met Milieucommissaris Virginius Sinkevicius. Over de agenda van die bespreking zijn geen bijzonderheden bekendgemaakt, behalve dat LNV regelmatig overleg voert met de Europese Commissie op verschillende niveaus. Deze afspraak tussen de minister en Sinkevicius is een bijpraat op Nederlands verzoek ‘over verschillende onderwerpen, zoals verduurzaming van de landbouw’.