De omstreden en al fors afgezwakte Europese Natuurherstelwet gaat volgende week waarschijnlijk alsnog worden aangenomen. Het Belgische voorzitterschap heeft het wetsvoorstel alsnog op de agenda gezet van de ministersvergadering van de Milieuraad, volgende week maandag in Luxemburg.
De Natuurherstelwet is eerder dit jaar wel door het Europees Parlement geaccordeerd, maar niet door de vereiste gekwalificeerde meerderheid van de 27 EU-landen nadat Hongarije op het laatste moment de steun introk. Daarmee is het voorstel niet verworpen of aangenomen, maar in de bestuurlijke molen vastgelopen.
Volgens onbevestigde berichten is nog de steun van één land nodig om de wet van Milieucommissaris Virginius Sinkevicius alsnog aan een meerderheid te helpen. Eerder heeft het Belgische voorzitterschap gezegd dat het onderwerp alleen op de agenda zou terugkomen als vooraf duidelijk zou zijn dat er voldoende steun is. Dat is er dus kennelijk.
Mogelijk keert Hongarije terug op hun eerdere onverwachte intrekking. Het land is zelf het komende half jaar EU-voorzitter, en moet in dat geval de zelf aangerichte brokken zien te lijmen. Dat brengt de Hongaarse anti-EU-premier Viktor Orbán in Boedapest in een lastig parket omdat hij sinds kort in zijn land geconfronteerd wordt met een sterk in opkomst zijnde nieuwe pro-Europese politieke partij, met een charismatische leider die in één klap de grootste partij dreigt te worden.
Bovendien blijkt uit een recent opinieonderzoek dat een ruime meerderheid van de Hongaren vóór die Europese natuurwet is. De Hongaarse Ornithologische en Natuurbeschermingsvereniging (MME) heeft daarover onlangs een rapport gepubliceerd. Daaruit bleek dat minstens drie op de vier burgers in zes onderzochte EU-landen (die tégen de wet hebben gestemd) de natuurherstelwet steunen. Het onderzoek is uitgevoerd in Nederland, Finland, Hongarije, Italië, Polen en Zweden en de resultaten zijn representatief.
Interessant genoeg steunen de Hongaren de natuurherstelwet veel meer dan de Nederlanders. Het hoogste percentage steun werd geregistreerd in Italië (85%), gevolgd door Hongarije (83%), Polen (72%), Finland (70%), en vervolgens Nederland en Zweden (beide 69%).
Ook bestaat de mogelijkheid dat volgende week in de Ministerraad Oostenrijk alsnog vóór gaat stemmen. Dat land heeft zich tot nu toe (net als België en Duitsland) van stemming onthouden, omdat er zowel tussen de regeringspartijen op landelijk niveau als tussen de regionale deelstaten en de centrale regering meningsverschillen zijn.
Maar vorige maand hebben de twee Oostenrijkse deelstaten Karinthie en Wenen hun eerdere bedenkingen ingetrokken. In die twee deelstaten regeert de sociaaldemocratische SPÖ die in het landelijke parlement in de oppositie zit.
Milieuminister Leonore Gewessler (Groenen) liet doorschemeren dat zij voor de wet wil stemmen, nu de negen Oostenrijkse deelstaten er niet langer unaniem tegen zijn. Haar coalitiegenoot, de christendemocratische ÖVP, vindt dat ze daarmee buiten haar boekje gaat. Uiterlijk eind september moeten er in Oostenrijk parlementsverkiezingen worden gehouden.