De Europese Transportcommissaris Adina Vălean zegt dat de uitbraak van het coronavirus het verkeerde moment is om nieuwe milieuvoorwaarden te verbinden aan staatssteun aan luchtvaartmaatschappijen. Milieugroepen willen dat eventuele staatssteun aan luchtvaartmaatschappijen afhankelijk wordt gesteld van verdere verlaging van hun CO2-uitstoot en dat ze belasting op kerosine gaan betalen.
De internationale transportsector is ernstig verstoord doordat regeringen allerlei reisbeperkingen hebben opgelegd. Daardoor hebben luchtvaartmaatschappijen, spoorwegmaatschappijen en veerbootverbindingen hun diensten terug moeten schroeven of helemaal moeten annuleren. Het vrachtverkeer riskeert ook het vastlopen en het onderbreken van cruciale vervoersketens, omdat extra grenscontroles enorme files veroorzaakten.
Inmiddels is duidelijk dat de coronacrisis niet beperkt zal blijven tot een kortstondige wereldwijde medische pandemie, maar ook dreigt uit te lopen op een economische crisis die mogelijk gróter wordt dan de crisis van de jaren dertig van de vorige eeuw. Met het Europees Parlement in Brussel wordt momenteel een corona-herstelpakket besproken.
Daarvan is al duidelijk is dat het niet tientallen of enkele honderden miljarden, maar vele honderden miljarden zal kosten. Daarom heeft de Europese Commissie onder leiding van de nieuwe voorzitter Ursula von der Leyen inmiddels moeten besluiten dat de 27 EU-Commissarissen hun vorig jaar opgestelde beleidsprogramma’s opnieuw tegen het licht moeten houden.
Volgens een eerste ruwe versie van het nieuwe TRAN-werkprogramma – dat is ingezien door de nieuwssite EURACTIV – zal een aantal wetsvoorstellen om het gebruik van duurzame brandstoffen in de luchtvaart- en maritieme sector te vergroten, in elk geval worden uitgesteld tot 2021. Maar het middelpunt van het takenpakket van Transportcommissaris Vălean, een alomvattende strategie voor duurzame mobiliteit, staat nog steeds op de agenda en zal naar verwachting tegen het einde van 2020 worden gepubliceerd.
Doordat in de luchtvaart het passagiersaanbod en de omzet op sommige plaatsen tot 92% zijn gedaald, worden delen van die industrie met uitsterven bedreigd aangezien veel van de kleinere spelers failliet dreigen te gaan. Luchtvaartmaatschappijen waren teleurgesteld dat de Europese Commissie vindt dat ze passagiers moeten terugbetalen, in plaats van hen vouchers voor vluchten op een later tijdstip aan te bieden.
De EU-wetgeving inzake passagiersrechten zegt dat luchtvaartmaatschappijen coupons kunnen voorstellen in plaats van terugbetaling, maar dat het aan de klant is om deze al dan niet te accepteren. Sommige reis- en luchtvaatrtmaatschappijen houden zich niet aan deze regels. Maar Vălean is compromisloos in haar standpunt dat de regels “duidelijk zeggen dat passagiers recht hebben op vergoeding” en dat de rechtsbescherming van de klanten de moeite waard is om te worden beschermd.
De commissaris heeft wel toegegeven dat het luchtvaartmaatschappijen vrij staat om vouchers zo aantrekkelijk mogelijk te maken voor reizigers. Nederland heeft vouchers met een tijdslimiet goedgekeurd die, indien ze niet binnen een bepaalde periode worden gebruikt, volledig worden terugbetaald. Luchtvaartmaatschappijen willen graag coupons aanbieden omdat terugbetalingen hun kasreserves uitputten op een moment dat ze het meest nodig zijn.