De Europese Commissie heeft voorgesteld om het landbouw-crisisfonds van 450 miljoen euro beperkt open te stellen voor boeren die getroffen worden door EU-maatregelen ten gunste van de Oekraïense agrarische export.
Vooralsnog komen alleen graanproducenten in Polen, Bulgarije en Roemenië in aanmerking voor zo’n 56 miljoen euro compensatie. Dat bedrag mogen hun nationale regeringen verdubbelen.
De berekeningen zijn gebaseerd op grote afwijkingen over de afgelopen vijf jaar tussen graanimport- en export in vergelijking met het EU-gemiddelde. Voor veel andere aanvragers zijn de verschillen (lees: omzetverliezen) te klein. Ook landbouwers in Tsjechië, Hongarije en Slowakije hadden om EU-noodhulp gevraagd. De Europese agrarische koepelorganisaties Copa en Cosega vinden de nu voorgestelde regeling veel te beperkt, en bovendien nog incidenteel.
Door een groot deel van de Oekraïense graanproductie ‘over land’ naar Poolse, Litouwse en Roemeense havens te vervoeren, komt een deel ervan in Oekraïense buurlanden terecht waardoor de prijzen op de lokale graanmarkten zwaar onder druk staan. Daar lopen daar de pakhuizen vol met maïs, tarwe en zonnebloemen.
Daarnaast klagen Franse, Italiaanse en Spaanse pluimveehouders over het instorten van hun kippenvlees-markt omdat de EU voor de Oekraïners exportquota en -heffingen tijdelijk heeft afgeschaft. Ook die landen pleiten voor een compensatieregeling. Landbouwcommissaris Janusz Wojciechowski zei maandag in Brussel op de maandelijkse LNV-ministersvergadering dat het fonds voor zo’n brede aanpak te klein is.
In de Landbouwraad vroegen ook andere EU-lidstaten vergeefs om steun. In Letland en Litouwen zijn de melkprijzen drastisch gedaald. De ministers van de Oostzeelanden waarschuwden voor bedrijfssluitingen bij melkveehouders..Italië wil compensatiebetalingen vanwege de vogelgriep. Frankrijk en Spanje wezen op de economische moeilijkheden van hun wijnproducenten.