EU-landen verplicht om energie te besparen; in elk geval vijf procent

De Energieministers vinden dat er in de EU-landen tien procent minder energie moet worden gebruikt: vijf procent verplicht en nog eens vijf procent vrijwillig. Dat moet al op 1 december ingaan, als hun driepuntenplan komende week op een extra EU-top door de regeringsleiders wordt goedgekeurd.

De Energieministers laten de concrete uitvoering over aan de EU-landen zelf; er komt niet een bindend pakket voor alle landen. Het zou een vereiste zijn voor elke individuele lidstaat, maar het is aan elke land om zelf te beslissen hoe dit wordt geïmplementeerd. 

Daarom hebben de ministers ook niet ingestemd met het verzoek van de Europese  agrarische koepel Copa-Cogeca om bedrijven in de voedselketen buiten de verplichte energiebesparing te houden. Ook werd een verzoek van dierenorganisaties afgewezen om de ‘energie-vretende’ bio-industrie tijdelijk geheel stil te leggen.

Naast de verplichte besparing (tussen december en april) worden de megawinsten van niet-fossiel gestookte wind- en zonneparken afgeroomd om burgers en bedrijven een korting te kunnen geven, en moeten elektriciteitscentrales die draaien op fossiele brandstoffen (gas, kolen, olie) een ‘solidariteitsbijdrage’ uit hun winsten gaan afstaan.

Van de kant van de Europese Commissie is er sprake geweest dat deze overtollige winsten maar liefst 140 miljard euro aan steun aan de EU-landen kunnen opleveren, die ze kunnen kanaliseren naar hun huishoudens en bedrijven.

Tot een maximumprijs op de invoer van Russisch gas is het tot nu toe nog niet gekomen. Nederland is daar voor. Een aantal andere landen, waaronder Hongarije, dat sterk afhankelijk is van gas uit Rusland, niet. Nederland vindt dat de andere EU-landen de oostelijke landen moet steunen die nog wel grotendeels van Russische gas afhankelijk zijn.