EU werkt aan subsidie voor schone grond; boete voor vervuiling

De Europese Commissie vindt dat de grond in de EU-landen te veel vervuild is, ook de landbouwgrond. Zo’n zestig procent is niet schoon en gezond genoeg. Dat moet binnen zo’n 25 jaar worden teruggedrongen, ook door agrariërs.

Maar zowel de Nederlandse LNV-minister Piet Adema als veel van zijn EU-ambtgenoten hielden maandag in Brussel nog forse slagen om de arm. Ze vrezen allerlei nieuwe verplichtingen.

Op hun maandelijkse EU-Landbouwraad maakten veel ministers duidelijk dat de bodemgesteldheid van hun EU-landen te divers is om er één methodiek voor op te stellen. Ze wezen op voorbeelden als de kleigronden van kustlanden of de Polynesische en Caribische rotseilanden van Europese overzeese gebiedsdelen.

Andere terreinbeheerders en landschapsorganisaties daarentegen dringen aan op bindende afspraken, inclusief boetes voor bodemvervuilers.

In reactie op opmerkingen van Kamerfracties had Adema eerder gezegd ‘dat we moeten voldoen aan de behoefte van de bodem. Dat betekent dat we de bodem goed moeten voeden en verzorgen in plaats van dat we het gewas voeden en verzorgen’.

Na afloop van de vergadering sprak hij tegen dat hij daarmee voorsorteerde op meer biologische landbouw en minder chemie in de land- en tuinbouw. ‘Ik ken geen boer die geen oog heeft voor een gezonde bodem, juist in combinatie met een gezond gewas’.

Adema benadrukte het belang van schone en gezonde grond. ‘Dat levert meer gewas op, je hebt er minder mest of middelen voor nodig, en het leidt dan ook tot minder bodemvervuiling en minder uitspoeling van middelen’.

Brussel wil met een lichte versie van een richtlijn allereerst beginnen met verplichte halfjaarlijkse bodemonderzoeken, uitmondend in een systeem van bodemregistratie en schonegrond-verklaringen. Dat kan dan worden gecombineerd met Europese subsidies voor grondeigenaren en agrarische gebruikers. Die schonegrondfilosofie is onderdeel van de al in 2020 gepresenteerde Green Deal en van-boer-tot-bord.

Milieucommissaris Virginius Sinkevicius wees erop dat de huidige achteruitgang in bodemgesteldheid ook leidt tot aanzienlijke schade en economische verliezen, vooral in de landbouw. Hij zegt dat de EU gebruik wil gaan maken van satelliettechnieken om de bodemgesteldheid in de gaten te houden.

Volgens hem zijn er in de EU nu al meer dan 3 miljoen bekende vervuilde plekken, terwijl de afgelopen jaren niet eens alle EU-landen intensieve metingen deden en registraties bijhielden