De Milieuministers van de EU-landen willen de nieuwe richtlijn voor rioolzuivering en tegen watervervuiling op onderdelen afzwakken en meer uitzonderingen toelaten. Ook moet de verplichting om rioolwater beter te zuiveren niet in 2030 maar in 2035 ingaan.
Daarmee wijken de milieuministers fors af van het voorstel van de Europese Commissie, en van het Europees Parlement dat juist méér wil.
Zo willen de ministers dat de verplichting tot de bouw van een zuiveringsinstallatie niet gaat gelden voor kleine dorpen en regio’s met minder dan 1250 inwoners. Milieucommissaris Virginius Siskevicius wil dat meer gebieden tot zuivering verplicht worden.
Daarentegen vinden de ministers dat niet alleen gekeken moet worden naar het natuur- en milieubelang van schoner water,. maar ook naar de volksgezondheid. Daarom wordt nu ook de verplichting opgenomen dat de EU-landen het afvalwater moeten controleren op de aanwezigheid van ziektekiemen, besmettelijke bacteriën en gevaarlijke chemische middelen. Daardoor moeten andere Commissarissen er ook wat over te zeggen krijgen.
Bovendien willen de ministers dat de meest recent toegetreden EU-landen acht tot twaalf jaar uitstel moeten kunnen krijgen omdat zij de afgelopen jaren al aanzienlijke investeringen hebben moeten doen om de EU-richtlijn te implementeren.
Binnen twintig jaar zullen de lidstaten ervoor moeten zorgen dat zogeheten tertiaire zuivering (eliminatie van stikstof en fosfor) wordt toegepast op grote installaties van 150.000 inwoners Er wordt voorzien in een afwijking wanneer gezuiverd afvalwater wordt hergebruikt voor landbouwirrigatie, op voorwaarde dat er geen risico’s voor het milieu of de gezondheid bestaan.
“Water is een kostbare hulpbron die steeds schaarser wordt. Stedelijk afvalwater kan met beschikbare technologie met succes worden behandeld”, aldus Milieucommissaris Sinkevičius. Dat opent volgens hem veel mogelijkheden voor boeren die teruggewonnen water veilig kunnen gebruiken voor irrigatie.
De EU zegt dat jaarlijks meer dan 40.000 miljoen kubieke meter afvalwater wordt gezuiverd, maar dat slechts 2,4% daarvan een zodanige nabehandeling krijgt zodat het kan worden gebruikt in de landbouw. Dat is één van de redenen waarom Brussel de criteria wil aanscherpen.