Landbouwminister Piet Adema zal zich maandag in Brussel niet verzetten tegen eventueel aanvullend onderzoek naar vermindering van chemicaliën en gewasbeschermers in de land- en tuinbouw, mits dit niet leidt tot vertragingen.
Tijdens de maandelijkse vergadering van de EU-LNV-ministers zal Adema benadrukken dat de besprekingen over van het voorstel van de Europese Commissie zo snel mogelijk afgerond moeten worden en geen vertraging oplopen.
Daarom zal Nederland het verzoek om een aanvullende effectbeoordeling alleen steunen als die een realistische en beperkte reikwijdte heeft, zodat uitvoering binnen de voorgestelde periode van 6 maanden haalbaar is. Ook zet Nederland in op een gefaseerde aanpak, zodat alle informatie die tussentijds vrijkomt direct betrokken kan worden in de besprekingen.
De opmerkingen van Adema komen na de steun van EU-landbouwcommissaris Janusz Wojciechowski voor een nieuwe effectbeoordeling van de plannen om het gebruik van pesticiden te verminderen. Een geheel nieuwe effectbeoordeling wordt door verscheidene EU-landen verdedigd, maar wordt door critici afgewezen als een heimelijke manier om de wetgeving tegen te houden.
De Europese Commissie heeft in juni een voorstel gepresenteerd voor nieuwe wetgeving inzake pesticidengebruik, de Sustainable Use Regulation (SUR), met de ambitie om de risico’s tegen 2030 te halveren. Dit voorstel is voor veel EU-landen omstreden.
Bij die presentatie is ook een effect-beoordelingsrapportage van 371 pagina’s gepubliceerd, maar veel agrarische organisaties zeggen dat die onderzoeken niet voldoende waren.
In reactie op eerdere vragen uit de Tweede Kamer heeft Adema gezegd dat Nederland niet principieel tegen een verzoek om aanvullende informatie is, maar zegt dat de reikwijdte ervan realistisch en haalbaar moet zijn en dat het de voortgang van de besprekingen niet mag vertragen.
Volgens hem gaat het nu ter tafel liggende voorstel voor een geheel nieuw onderzoek veel te ver, en leidt het tot ongewenste vertraging, zo schreef hij eind november aan de Tweede Kamer.
Het is uiteindelijk niet aan de Landbouwcommissaris of de LNV-ministers is om te beslissen over eventueel nader onderzoek, maar aan de indiener van het SUR-voorstel, Gezondheidscommissaris Stella Kyriakides.
Kyriakides en haar collega’s Timmermans (Klimaat) en Sinkevicius (Milieu) hebben de afgelopen weken al verschillende versoepelingen en compromissen in het voorstel ingebracht. Zo is er niet langer sprake van een totaal-verbod van middelengebruik in sommige gebieden, maar mogen er minder-schadelijke middelen worden toegepast. Ook zegt de Europese Commissie bereid te zijn tot andere compromissen.