Van de bezwaren of bedenkingen van EU-Landbouwcommissaris Janus Wojiechowski tegen het Nederlandse nationaal strategische plan (NSP) voor het Europese landbouwbeleid blijft hoegenaamd niets over.
Op de maandelijkse LNV-ministersvergadering had minister Piet Adema hem verweten dat hij de Nederlandse boeren onnodig lang in onzekerheid heeft gehouden over hun bedrijfsvoering komend jaar.
Wojciechowski zei dat hij de Nederlandse aanpak dinsdag (13 december) zal bespreken in de wekelijkse voltallige vergadering van de EU-commissarissen, maar voegde er wel meteen aan toe dat hij zal voorstellen om het Nederlandse NSP goed te keuren. Hij zei er niet bij waarom hij dat niet al een paar maanden eerder had kunnen doen.
Verkapt moest Wojciechowski daarmee erkennen dat er inhoudelijk weinig valt op te merken over de Nederlandse uitvoeringsregels. Hij is dinsdag niet voor de pers beschikbaar om een toelichting te geven op hetgeen hij in de commissarissen-vergadering ter sprake gaat brengen.
Van Wojciechowski is bekend dat hij vindt dat het aantal dieren in de Nederlandse landbouw en veeteelt te groot is voor de beperkte oppervlakte, en dat Nederland te weinig doet tegen de milieuschade die daardoor volgens hem ontstaat.
In een vraaggesprek met Nieuwe Oogst eerder dit jaar zinspeelde hij op de mogelijkheid dat Nederland de argumenten van ‘dierenwelzijn’ en ‘meer leefruimte in stallen’ zou kunnen gebruiken om EU-subsidie aan te vragen voor verkleining van de veestapel. Maar ondanks vele ambtelijke voor-overleggen over het Nederlandse NSP heeft Nederland er niet voor gekozen ‘verkleining van de veestapel’ in welke vorm dan ook in het NSP op te nemen.
Minister Adema kreeg in Brussel meteen bij de opening van de besprekingen als eerste het woord, en hield Wojciechowski voor dat de Nederlandse inzet erop gericht is om de afspraken in het GLB na te komen, en dat hij het niet op details wil laten vastlopen. Eerder heeft Nederland al moeten besluiten van het eerste GLB-jaar 2023 een ‘overgangsjaar’ te maken omdat de boeren door het Brusselse getreuzel zo laat wisten waar ze volgend jaar aan toe zijn.
Verscheidene andere EU-ministers spraken ook in beleefde, verhulde bewoordingen hun verbazing uit over het Brusselse getreuzel met de Nederlandse regels ( waarover eind september iedereen in Den Haag en Brussel het al eens was).