De nieuwe voorzitter van de EU-Raad, president Charles Michel (43) vreest een nieuw soort koude oorlog tussen de Verenigde Staten en China, waar Europa het slachtoffer van kan worden. De vroegere Belgische premier vindt dat Europa op wereldschaal geen genoegen moet nemen met bijrolletje, maar moet optreden als een zelfbewuste en volwaardige partij.
„We zijn een markt met 500 miljoen consumenten, we hebben democratische waarden en belangen die we moeten behartigen. We hebben een duidelijke visie nodig op wat we willen met Afrika, China, de VS, het Verenigd Koninkrijk. De EU moet steviger optreden in de wereld, niet agressief maar assertief. Daarover wil ik volgend jaar een serieus debat met de regeringsleiders, over een Europese buitenland-strategie”, aldus Michel in een vraaggesprek met de Volkskrant.
Michel neemt dit weekeinde de functie van EU-president over van de Pool Donald Tusk. Hij is daarmee de vooruitgeschoven post van de 28 regeringsleiders en staatshoofden, die binnen de EU meestal vooral hun eigen nationále belangen behartigen en verdedigen. Omdat elk van die EU-landen ánders aankijkt tegen grote internationale kwesties, zoals bijvoorbeeld de eenzijdige handelspolitiek van de Verenigde Staten of de agressieve opkoop-strategie van China, heeft de Europese Unie niet altijd een snelle, passende reactie op internationale kwesties.
De 43-jarige liberaal wil dat Europa wereldleider wordt van de groene economie en internationaal haar stem laat horen om haar belangen te beschermen. “De EU kan niet op de handen zitten bij de lastigste discussies van onze tijd.” De EU moet ook met meer zelfvertrouwen spreken over haar normen en waarden op het wereldpodium, aldus de Belg. De EU heeft veel redenen om zelfverzekerd en assertief te zijn.”
Het pleidooi van Michel sluit aan bij soortgelijke opmerkingen van de nieuwe voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen. Ook zij sprak de afgelopen weken regelmatig over een grotere externe oriëntatie die de EU nodig heeft.
EU-president Michel zei in het interview ook dat hij niet blij is met het voorstel van premier Mark Rutte om de nieuwe Europese meerjarenbegroting te vergrendelen op maximaal 1,00 procent van het Europees bruto nationaal inkomen. „Ons ambitieniveau kan zich niet beperken tot 1 procent en al dan geen kortingen op de EU-afdrachten. Het gaat ook om waaraan we het geld uitgeven: landbouw, arme regio’s, onderzoek, actie tegen klimaatverandering, de digitalisering van de samenleving. Dat vereist een bredere discussie dan die over een paar cijfertjes.”