Schengenlanden willen immigranten eerder en vaker kunnen terugsturen

Europese Schengenlanden pleiten voor strengere regels rond het vrije personenverkeer binnen de Europese Unie en dringen aan op meer bevoegdheden en procedures voor het terugsturen van afgewezen asielzoekers. Ook willen ze betere afspraken over het opnieuw instellen van douanecontroles aan de binnengrenzen.

Deze oproep komt te midden van de opkomst van extreemrechtse anti-immigrantenpartijen in Europa, zoals onlangs bleek uit de verkiezingswinst van de Oostenrijkse FPÖ en de dominante steun voor soortgelijke partijen in landen als Italië, Frankrijk, Nederland en Duitsland.

De oproep is opgesteld door Nederland en Oostenrijk en wordt gesteund door landen zoals Frankrijk, Italië, Duitsland, Tsjechië, Denemarken, Griekenland, Finland en Kroatië.

De veertien EU-lidstaten, samen met drie niet-EU-landen die zijn aangesloten bij de Schengenzone – Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein – hebben een oproep gedaan aan de Europese Commissie om nieuwe wetgeving voor te stellen die de terugkeer van  migranten naar hun thuisland versnelt. Hun verzoek wordt deze week voor het eerst informeel ( ‘tijdens de lunch’) achter gesloten deuren besproken.

Die landen vinden dat de huidige regels te veel ruimte bieden voor interpretatie door rechters, wat zorgt voor vertragingen in het uitzettingsproces. De ondertekenaars dringen erop aan dat Brussel duidelijke verplichtingen oplegt voor terugkeer en minder ruimte voor juridische tegenwerking. Dat kan alleen als de EU-landen en het Europees Parlement ermee instemmen.

De discussie over het terugkeerbeleid van tijdelijke asielzoekers beïnvloedt al jarenlang politieke discussies binnen de EU. Landen als Griekenland en Italië worden zwaar getroffen door migranten die via de Middellandse Zee binnenkomen. Die landen roepen al jaren op tot een eerlijke verdeling (‘ spreiding’) van de opvang van asielzoekers. 

Het aangescherpte terugkeerbeleid zou volgens voorstanders niet alleen de druk op deze landen kunnen verminderen, maar ook dienen als afschrikmiddel voor toekomstige migranten die illegaal naar Europa probeert te komen​. De nieuwe rechtse coalitie in Nederland zegt dat ze zich wil onttrekken aan de EU-regels voor migrantenopvang.

Volgens Eurostat kregen in 2023 484.160 niet-EU-burgers het bevel de EU te verlaten, waarvan er 91.465 (18,9%) daadwerkelijk terugkeerden. Een van de bepleite constateringen is dat niet-teruggestuurde afgewezen migranten een veiligheidsrisico vormen, iets wat al sinds 2018 ter discussie staat, maar nog niet formeel is aangenomen.

Deze strengere aanpak van migratie is ingegeven door zorgen over migratiestromen en de daarmee gepaard gaande politieke druk, vooral in Duitsland, waar de regering recentelijk heeft besloten om tijdelijke grenscontroles in te voeren. Andere landen zoals Oostenrijk, Hongarije en Slowakije hanteren al langer steekproefsgewijs grenscontroles, ondanks de Schengenafspraken. 

De oproep voor verscherpte regels komt enkele weken voor een cruciale EU-top over migratie. Hierbij zullen onder meer voorstellen besproken worden voor het beheren van migratiedossiers en het verplichten van migranten om mee te werken aan hun identificatieproces.